De methode voor het implementeren van besturingssystemen bepalen in Configuration Manager

• Distributiepunt dat PXE-implementaties ondersteunt.

• Installatie van Windows Deployment Services.

• Configuratie van firewallpoort.

• Deze methode is geschikt als er geen gebruiker aanwezig is op de doelcomputer en voor datacentrumomgevingen.

• U kunt gebruikers koppelen aan de doelcomputer om gebruikergericht beheer te ondersteunen.

• Optionele PXE-implementaties vereisen de tussenkomst van een gebruiker.

• DHCP-overwegingen wanneer de DHCP-server op dezelfde server wordt geïnstalleerd als het distributiepunt met PXE-functionaliteit.

Met PXE geïnitieerde implementaties van besturingssystemen plannen in Configuration Manager

• Er moet een geschikte architectuur voor installatiekopieën beschikbaar zijn op een distributiepunt dat toegankelijk is voor Configuration Manager-clients.

• Geschikt voor implementatiescenario's met bare-metalbesturingssystemen (waarbij geen besturingssysteem is geïnstalleerd).

• U kunt gebruikers koppelen aan de doelcomputer om gebruikergericht beheer te ondersteunen.

• U wordt aangeraden de media te beveiligen met een sterk wachtwoord.

• Vereist een fysieke aanwezigheid op de doelcomputer.

Implementaties van een besturingssysteem met opstartbare media

Opstartbare media maken

• Mediaverzameling van USB-flashstation, cd-rom of dvd-rom met de benodigde installatiebestanden.

• Gebruik deze methode voor computers die via een verbinding over lage bandbreedte verbinding maken met Configuration Manager.

• Computers hoeven niet verbonden te zijn met de System Center 2012 Configuration Manager-site.

• U wordt aangeraden de media te beveiligen met een sterk wachtwoord.

• Alle vereiste bestanden voor de installatie moeten zijn opgenomen op de media.

• Alle vereiste apparaatstuurprogramma's voor de installatie moeten zijn opgenomen op de media.

• U kunt geen vervaldatum instellen voor de media.

Implementaties van een besturingssysteem met zelfstandige media

Zelfstandige media maken

• Computers moeten toegang tot een geschikte architectuur voor installatiekopieën hebben op een distributiepunt.

• De implementatieprocedure kan alleen worden voltooid als de opstartinstallatiekopie de stuurprogramma's voor netwerken en massaopslag bevat die computers nodig hebben.

• Biedt ondersteuning voor het vooraf laden van de installatiekopie van een besturingssysteem en de opstartinstallatiekopie, en is dus geschikt voor een fabriek of voorbereidingscentrum.

• Verhoogt de snelheid van lokale implementaties.

• Werkt met huidige takenreeksen om bijgewerkte implementaties te bieden.

• U wordt aangeraden de media te beveiligen met een wachtwoord.

• U kunt gebruikers koppelen aan de doelcomputer om gebruikergericht beheer te ondersteunen.

• U moet verbinding met een Configuration Manager-site maken om de media te maken.

• Doelcomputers kunnen alleen worden gebruikt op de Configuration Manager-site waarop de media zijn gemaakt.

Implementaties van een besturingssysteem met voorbereide media

Voorbereide media maken

• De siterol Statusmigratiepunt.

• U moet een computerkoppeling tussen de bron- en doelcomputer maken.

• Wanneer u de rol Statusmigratiepunt gebruikt, kan de gebruikersstatus op een andere computer worden opgeslagen en vervolgens worden hersteld op de nieuwe computer.

• Het statusmigratiepunt moet over voldoende ruimte op de harde schijf beschikken om de gebruikersstatusgegevens op te slaan.

De gebruikersstatus beheren in Configuration Manager

• De doelcomputer moet een System Center 2012 Configuration Manager-client zijn.

• U kunt een installatiekopie van een besturingssysteem implementeren zonder aanvullende media te maken.

• De clientcomputer moet zijn verbonden met een Configuration Manager-site.

• Doelcomputers moeten Configuration Manager-clients zijn.

Planning voor het implementeren van installatiekopieën van besturingssystemen in Configuration Manager