Antivirussoftware uitvoeren op de DPM-server

DPM is compatibel met de meeste populaire antivirusprogramma's. Wij raden de volgende stappen aan om conflicten te voorkomen:

1. Realtime-controle uitschakelen: Schakel op de DPM-server realtime-controle door de antivirussoftware voor het volgende uit:

   • Map \XSD

   • Map \Temp\MTA

   • Replica- en overdrachtslogboekbestanden: Schakel hiervoor realtime-controle van dpmra.exe uit, dat zich in de map programma Program Files\Microsoft Data Protection Manager\DPM\bin bevindt. Realtime-controle van replica's vermindert de prestaties omdat de antivirussoftware de replica's telkens scant als DPM synchroniseert met de beveiligde server en alle betrokken bestanden telkens scant als DPM wijzigingen doorvoert aan de replica's.

   • Beheerdersconsole: Als u invloed op de prestaties wilt voorkomen, schakelt u realtime-controle van het csc.exe-proces (Windows\Microsoft.net\Framework\v2.0.50727\csc.exe) uit. Het csc.exe-proces is de C# Compiler en realtime-controle kan de prestaties verslechteren omdat de antivirussoftware de bestanden scant die het csc.exe-proces verzendt bij het genereren van XML-berichten.

2. Antivirussoftware configureren om geïnfecteerde bestanden op beveiligde servers en de DPM-server te verwijderen: Als u gegevensbeschadiging van replica's en herstelpunten wilt voorkomen, configureert u de antivirussoftware zo dat geïnfecteerde bestanden worden verwijderd en niet automatisch worden opgeruimd of in quarantaine geplaatst. Automatisch opruimen en in quarantaine plaatsen kan ervoor zorgen dat de antivirussoftware bestanden wijzigt, waardoor er wijzigingen worden aangebracht die DPM niet kan detecteren.

   U moet telkens als de antivirussoftware een bestand van de replica verwijdert een handmatige synchronisatie uitvoeren met een consistentiecontrole, ook als de replica niet als inconsistent is gemarkeerd.