Share via


De router beheren

Als u met een UPnP-gecertificeerde router werkt, wordt deze in Windows SBS 2008 geconfigureerd tijdens de installatie en tijdens het uitvoeren van bepaalde wizards. Als de router niet kan worden geconfigureerd door Windows SBS 2008 of als u extra services en toepassingen installeert, kan het zijn dat u de instellingen van de router handmatig moet configureren. Mogelijk moet u de volgende handelingen uitvoeren om de instellingen op de router te configureren:

  • Een statisch IP-adres op de externe adapter instellen (als uw internetprovider een statisch IP-adres heeft verstrekt).

  • De DHCP-server uitschakelen.

  • Poorten in de firewall van de router openen en sluiten.

  • PPTP (Point-to-Point Tunneling Protocol) inschakelen als u een VPN gebruikt.

Hoewel Windows SBS 2008 de UPnP-gecertificeerde routers probeert te configureren, moet u uit veiligheidsoverwegingen de UPnP-service uitschakelen en de router handmatig configureren. Zo kunt u voorkomen dat virussen en kwaadwillende gebruikers poorten op de server aan andere IP-adressen toewijzen (zoals het opnieuw configureren van een clientcomputer in het netwerk). Voordat u de router handmatig configureert, moet u ervoor zorgen dat u of iemand anders in uw organisatie over de expertise beschikt om de router te beheren.

Lees de volgende onderwerpen voor informatie over de poorten die op de router moeten worden geconfigureerd en over de manier waarop u toegang krijgt tot de beheerconsole van de router: