Toegankelijkheid in Windows Small Business Server 2011 Standard
Van toepassing op: Windows Small Business Server 2011 Standard
In Windows SBS 2011 Standard kunt u het Toegankelijkheidscentrum gebruiken om instellingen voor de toegankelijkheid te configureren. U kunt ook diverse sneltoetsen gebruiken. In de volgende onderwerpen vindt u de details:
Nieuwe toegankelijkheidsfuncties
Welke toegankelijkheidsvoorzieningen bevat Windows?
Sneltoetsen
Notitie
De informatie in dit onderwerp is van toepassing op Windows Windows SBS 2011 Standard en Windows Server 2008.
Verteller gebruiken
Als u in Windows SBS 2011 Standard Verteller wilt gebruiken (een van de toegankelijkheidsfuncties), moet u mogelijk de Windows Audio-service starten. U kunt het opstarttype van de service ook instellen op Automatisch, zodat de service altijd wordt gestart wanneer de server wordt gestart.
De Windows Audio-service starten en het opstarttype wijzigen in Automatisch
Klik op Start, klik op Systeembeheer en klik vervolgens op Services.
Dubbelklik op Windows Audio in de lijst met services.
Zorg ervoor dat voor Opstarttype de optie Automatisch is geselecteerd.
Bekijk de servicestatus. Als deze nog niet is gestart, klikt u op Starten en vervolgens op OK.
Wanneer u de Windows Audio-service start, wordt de service Windows Audio Endpoint Builder automatisch gestart. Deze twee services werken samen om audio en audioapparaten te beheren.
Aanvullende informatie
Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=94254 voor informatie over het gebruik van Verbinding met extern bureaublad met een groot beeldscherm. (Deze pagina is mogelijk Engelstalig.)
Nieuwe toegankelijkheidsfuncties
In deze versie van Windows vindt u voor het eerst het Toegankelijkheidscentrum, een centrale locatie voor toegankelijkheidsinstellingen en -programma's die vroeger beschikbaar waren in Toegankelijkheidsopties. Het Toegankelijkheidscentrum bevat ook een nieuwe vragenlijst die u kunt invullen om aanbevelingen te krijgen voor toegankelijkheidsvoorzieningen die voor u geschikt kunnen zijn.
Waar vind ik het Toegankelijkheidscentrum?
Het Toegankelijkheidscentrum bevindt zich in het Configuratiescherm. Open Toegankelijkheidscentrum door achtereenvolgens te klikken op de knop Start, op Configuratiescherm, op Toegankelijkheid en vervolgens op Toegankelijkheidscentrum.
Wat is er gebeurd met Hulpprogrammabeheer?
Hulpprogrammabeheer is vervangen door het Toegankelijkheidscentrum. Als u gewend bent om Hulpprogrammabeheer te openen met de Windows-toets + U, kunt u deze sneltoets blijven gebruiken om dezelfde instellingen weer te geven als voorheen. In deze versie opent u met deze sneltoets het Toegankelijkheidscentrum, waar meer instellingen op één locatie beschikbaar zijn.
Wat is er gebeurd met de wizard Toegankelijkheid?
De wizard Toegankelijkheid is vervangen door een optionele vragenlijst in het Toegankelijkheidscentrum. Op basis van de antwoorden die u geeft op de vragen in deze lijst, krijgt u aanbevelingen voor toegankelijkheidsinstellingen en technologische hulpmiddelen waarmee de computer gemakkelijker te gebruiken is.
Welke toegankelijkheidsvoorzieningen bevat Windows?
Windows biedt verschillende programma's en instellingen waarmee de computer eenvoudiger en gemakkelijker te gebruiken is. Als u andere toegankelijkheidsfuncties nodig hebt, kunnen er extra technologische hulpmiddelen aan uw computer worden toegevoegd. Op de Microsoft-website voor toegankelijkheid vindt u meer informatie over toegankelijkheid en technologische hulpmiddelen.
Toegankelijkheidscentrum is een centrale locatie waar u de instellingen en programma's voor toegankelijkheid kunt instellen die beschikbaar zijn in Windows. Hier hebt u snel toegang tot de instellingen en programma's voor toegankelijkheid die deel uitmaken van Windows. U vindt hier ook een koppeling naar een vragenlijst die Windows kan gebruiken om instellingen te suggereren die nuttig kunnen zijn voor u.
- Open Toegankelijkheidscentrum door achtereenvolgens te klikken op de knop Start, op Configuratiescherm, op Toegankelijkheid en vervolgens op Toegankelijkheidscentrum.
De computer zonder beeldscherm gebruiken
Windows wordt geleverd met een basisschermlezer met de naam Verteller, die tekst die op het scherm verschijnt, hardop voorleest. Bovendien beschikt Windows over instellingen om audiobeschrijvingen te geven voor video's en om de weergave van dialoogvensters te bepalen.
Er is bovendien een groot aantal andere programma's en apparaten beschikbaar die compatibel zijn met Windows en die als hulpmiddel kunnen worden gebruikt door blinden en slechtzienden, zoals schermlezers, uitvoerapparaten voor braille en diverse andere nuttige producten. Ga naar de Microsoft-website voor toegankelijkheid voor meer informatie.
Het computerscherm beter zichtbaar maken
Er zijn verschillende instellingen beschikbaar waarmee de informatie op het scherm beter te begrijpen is. Het scherm kan bijvoorbeeld worden vergroot, de schermkleuren kunnen worden aangepast zodat het scherm beter zichtbaar en leesbaar is, en onnodige animaties en achtergrondafbeeldingen kunnen worden verwijderd.
De computer zonder muis of toetsenbord gebruiken
Windows beschikt over een schermtoetsenbord dat u kunt gebruiken om te typen. U kunt ook spraakherkenning gebruiken om de computer te besturen met gesproken opdrachten en om tekst te dicteren in programma's.
Het gebruik van de muis vereenvoudigen
U kunt de grootte en de kleur van de muisaanwijzer wijzigen en u kunt het toetsenbord gebruiken om de muis te besturen.
Het gebruik van het toetsenbord vereenvoudigen
U kunt aanpassen hoe Windows reageert op invoer met de muis of via het toetsenbord, zodat toetscombinaties eenvoudiger kunnen worden ingedrukt, typen gemakkelijker gaat of onbedoelde toetsaanslagen worden genegeerd.
Tekst en visuele alternatieven voor geluid gebruiken
In Windows kunnen twee typen audiogegevens worden vervangen door visuele equivalenten. U kunt systeemgeluiden vervangen door visuele waarschuwingen en u kunt ondertiteling weergeven voor gesproken dialogen in multimediaprogramma's.
Lezen en typen vereenvoudigen
Er is een aantal instellingen beschikbaar waarmee lezen en typen kan worden vereenvoudigd. U kunt de informatie op het scherm laten voorlezen door Verteller; u kunt aanpassen hoe het toetsenbord reageert op bepaalde toetsaanslagen en u kunt instellen of bepaalde visuele elementen wel of niet worden weergegeven.
Sneltoetsen
Met behulp van sneltoetsen kunt u gemakkelijker communiceren met de computer omdat u de muis niet zo vaak hoeft te gebruiken.
Sneltoetsen voor toegankelijkheidsfuncties
Sneltoets | Voor dit resultaat |
---|---|
SHIFT-RECHTS acht seconden ingedrukt houden |
Filtertoetsen in- en uitschakelen |
ALT-LINKS+SHIFT-LINKS+PRINT-SCRN (of PRTSCRN) |
Hoog contrast in- of uitschakelen |
ALT-LINKS+SHIFT-LINKS+NUM-LOCK |
Muistoetsen in- of uitschakelen |
SHIFT vijf keer indrukken |
Plaktoetsen in- of uitschakelen |
NUM-LOCK vijf seconden ingedrukt houden |
Wisseltoetsen in- of uitschakelen |
Toets met Windows-logo +U |
Toegankelijkheidscentrum openen |
Algemene sneltoetsen
Sneltoets | Voor dit resultaat |
---|---|
F1 |
Help-informatie weergeven |
CTRL+C |
Het geselecteerde item kopiëren |
CTRL+X |
Het geselecteerde item knippen |
CTRL+V |
Het geselecteerde item plakken |
CTRL+Z |
Een actie ongedaan maken |
CTRL+Y |
Een actie opnieuw uitvoeren |
DELETE |
Het geselecteerde item verwijderen en naar de Prullenbak verplaatsen |
SHIFT+DELETE |
Het geselecteerde item verwijderen zonder het naar de Prullenbak te verplaatsen |
F2 |
De naam van het geselecteerde item wijzigen |
CTRL+PIJL-RECHTS |
De cursor naar het begin van het volgende woord verplaatsen |
CTRL+PIJL-LINKS |
De cursor naar het begin van het vorige woord verplaatsen |
CTRL+PIJL-OMLAAG |
De cursor naar het begin van de volgende alinea verplaatsen |
CTRL+PIJL-OMHOOG |
De cursor naar het begin van de vorige alinea verplaatsen |
CTRL+SHIFT met een pijltoets |
Een tekstblok selecteren |
SHIFT met een pijltoets |
Meerdere items in een venster of op het bureaublad selecteren of tekst in een document selecteren |
CTRL met een pijltoets+SPATIEBALK |
Meerdere afzonderlijke items een venster of op het bureaublad selecteren |
CTRL+A |
Alle items in een document of venster selecteren |
F3 |
Een bestand of map zoeken |
ALT+ENTER |
De eigenschappen van het geselecteerde item weergeven |
ALT+F4 |
Het actieve item sluiten of het actieve programma afsluiten |
ALT+SPATIEBALK |
Het snelmenu voor het actieve venster openen |
CTRL+F4 |
Het actieve document sluiten (in programma's waarin meerdere documenten tegelijkertijd geopend kunnen zijn) |
ALT+TAB |
Schakelen tussen geopende items |
CTRL+ALT+TAB |
Schakelen tussen geopende items met de pijltoetsen |
CTRL+muiswiel |
De grootte van pictogrammen op het bureaublad wijzigen |
Toets met Windows-logo +TAB |
Bladeren door de programma's op de taakbalk met behulp van Windows Flip 3D |
CTRL+toets met Windows-logo +TAB |
Met de pijltoetsen bladeren door de programma's op de taakbalk met behulp van Windows Flip 3D |
ALT+ESC |
Bladeren door items in de volgorde waarin ze zijn geopend |
F6 |
Bladeren door schermelementen in een venster of op het bureaublad |
F4 |
De lijst van de adresbalk weergeven in Windows Verkenner |
SHIFT+F10 |
Het snelmenu voor het geselecteerde item weergeven |
CTRL+ESC |
Het menu Start openen |
ALT+onderstreepte letter |
Het desbetreffende menu weergeven |
ALT+onderstreepte letter |
De menuopdracht (of andere opdracht met onderstreepte letter) uitvoeren |
F10 |
De menubalk in het actieve programma activeren |
PIJL-RECHTS |
Het volgende menu aan de rechterzijde openen of een submenu openen |
PIJL-LINKS |
Het volgende menu aan de linkerzijde openen of een submenu sluiten |
F5 |
Het actieve venster vernieuwen |
Alt+PIJL-OMHOOG |
De map die zich één niveau hoger bevindt, weergeven in Windows Verkenner |
ESC |
De huidige taak annuleren |
CTRL+SHIFT+ESC |
Taakbeheer openen |
SHIFT wanneer u een cd plaatst |
Verhinderen dat de cd automatisch wordt gestart |
Sneltoetsen voor dialoogvensters
Sneltoets | Voor dit resultaat |
---|---|
CTRL+TAB |
Naar het volgende tabblad gaan |
CTRL+SHIFT+TAB |
Naar het vorige tabblad gaan |
TAB |
Naar de volgende optie gaan |
SHIFT+TAB |
Naar de vorige optie gaan |
ALT+onderstreepte letter |
De opdracht uitvoeren (of de optie selecteren) die de onderstreepte letter bevat |
ENTER |
In plaats van met de muis te klikken kunt u op deze toets drukken om de meeste geselecteerde opdrachten uit te voeren |
SPATIEBALK |
Het selectievakje in- of uitschakelen als de actieve optie een selectievakje is |
Pijltoetsen |
Een keuzerondje selecteren als de actieve optie uit een groep keuzerondjes bestaat |
F1 |
Help-informatie weergeven |
F4 |
De items in de actieve lijst weergeven |
BACKSPACE |
De map op het bovenliggende niveau openen als er een map is geselecteerd in het dialoogvenster Opslaan als of Openen |
Sneltoetsen voor Microsoft-toetsenborden
Sneltoets | Voor dit resultaat |
---|---|
Toets met Windows-logo |
Het menu Start openen of sluiten |
Toets met Windows-logo +PAUSE |
Het dialoogvenster Systeemeigenschappen weergeven |
Toets met Windows-logo +D |
Het bureaublad weergeven |
Toets met Windows-logo +M |
Alle venster minimaliseren |
Toets met Windows-logo SHIFT+M |
Het vorige formaat van geminimaliseerde vensters herstellen en de vensters op het bureaublad weergeven |
Toets met Windows-logo +E |
Computer openen |
Toets met Windows-logo +F |
Een bestand of map zoeken |
CTRL+toets met Windows-logo +F |
Computers zoeken (als u bent verbonden met een netwerk) |
Toets met Windows-logo +L |
De computer vergrendelen of naar een andere gebruiker overschakelen |
Toets met Windows-logo +R |
Het dialoogvenster Uitvoeren openen |
Toets met Windows-logo +T |
Bladeren door de programma's op de taakbalk |
Toets met Windows-logo +TAB |
Bladeren door de programma's op de taakbalk met behulp van Windows Flip 3D |
CTRL+toets met Windows-logo +TAB |
Met de pijltoetsen bladeren door de programma's op de taakbalk met behulp van Windows Flip 3D |
Toets met Windows-logo +SPATIEBALK |
Alle gadgets op de voorgrond weergeven en Windows Sidebar selecteren |
Toets met Windows-logo +G |
Bladeren door de Sidebar-gadgets |
Toets met Windows-logo +U |
Toegankelijkheidscentrum openen |
Toets met Windows-logo +X |
Windows Mobiliteitscentrum openen |
Toets met Windows-logo met een cijfertoets |
De snelkoppeling Snel starten openen die zich bevindt op de positie die overeenkomt met het nummer. Met de toets met Windows-logo +1 start u bijvoorbeeld de eerste snelkoppeling in het menu Snel starten. |
Sneltoetsen voor Windows Verkenner
Sneltoets | Voor dit resultaat |
---|---|
CTRL+N |
Een nieuw venster openen |
END |
De onderkant van het actieve venster weergeven |
HOME |
De bovenkant van het actieve venster weergeven |
F11 |
Het actieve venster maximaliseren of minimaliseren |
NUM-LOCK+STERRETJE (*) op numeriek toetsenblok |
Alle submappen van de geselecteerde map weergeven |
NUM-LOCK+PLUSTEKEN (+) op numeriek toetsenblok |
De inhoud van de geselecteerde map weergeven |
NUM-LOCK+MINTEKEN (-) op numeriek toetsenblok |
De geselecteerde map samenvouwen |
PIJL-LINKS |
De huidige selectie samenvouwen (als deze is uitgevouwen) of de bovenliggende map selecteren |
ALT+PIJL-LINKS |
De vorige map weergeven |
PIJL-RECHTS |
De huidige selectie weergeven (als deze is samengevouwen) of de eerste submap selecteren |
ALT+PIJL-RECHTS |
De volgende map weergeven |
CTRL+muiswiel |
De grootte en weergave van bestands- en mappictogrammen wijzigen |
ALT+D |
De adresbalk selecteren |
Sneltoetsen voor Windows Sidebar
Sneltoets | Voor dit resultaat |
---|---|
Toets met Windows-logo +SPATIEBALK |
Alle gadgets op de voorgrond weergeven en Sidebar selecteren |
Toets met Windows-logo +G |
Bladeren door de Sidebar-gadgets |
TAB |
Bladeren door de Sidebar-besturingselementen |
Sneltoetsen voor Windows Fotogalerie
Sneltoets | Voor dit resultaat |
---|---|
CTRL+F |
Het deelvenster Bewerken openen |
CTRL+P |
De geselecteerde afbeelding afdrukken |
ENTER |
De geselecteerde afbeelding op een groter formaat weergeven |
CTRL+I |
Het deelvenster Details openen of sluiten |
CTRL+PUNT (.) |
De afbeelding rechtsom draaien |
CTRL+KOMMA (,) |
De afbeelding linksom draaien |
F2 |
De naam van het geselecteerde item wijzigen |
CTRL+E |
Een item zoeken |
ALT+PIJL-LINKS |
Teruggaan |
ALT+PIJL-RECHTS |
Vooruitgaan |
PLUSTEKEN (+) |
Inzoomen of het formaat van de miniatuurweergave wijzigen |
MINTEKEN (-) |
Uitzoomen of het formaat van de miniatuurweergave wijzigen |
CTRL+muiswiel |
De grootte van de miniatuurweergave wijzigen |
CTRL+B |
Passend |
PIJL-LINKS |
Het vorige item selecteren |
PIJL-OMLAAG |
Het volgende item of de volgende rij selecteren |
PIJL-OMHOOG |
Vorig item (groot formaat) of vorige rij (miniatuur) |
PAGE UP |
Vorig scherm |
PAGE DOWN |
Volgend scherm |
HOME |
Het eerste item selecteren |
END |
Het laatste item selecteren |
DELETE |
Het geselecteerde item naar de Prullenbak verplaatsen |
SHIFT+DELETE |
Het geselecteerde item permanent verwijderen |
PIJL-LINKS |
Knooppunt samenvouwen |
PIJL-RECHTS |
Knooppunt uitvouwen |
Sneltoetsen voor het werken met video's |
|
J |
Eén frame terug gaan |
K |
Het afspelen onderbreken |
L |
Eén frame vooruitgaan |
I |
Het beginpunt voor knippen instellen |
O |
Het eindpunt voor knippen instellen |
M |
Een clip splitsen |
HOME |
Stoppen en terugspoelen naar het beginpunt voor knippen |
ALT+PIJL-RECHTS |
Naar het volgende frame gaan |
ALT+PIJL-LINKS |
Naar het vorige frame gaan |
CTRL+K |
Het afspelen stoppen en terugspoelen |
CTRL+P |
Afspelen vanaf de huidige locatie |
HOME |
Naar het beginpunt voor knippen gaan |
END |
Naar het eindpunt voor knippen gaan |
PAGE UP |
Naar het dichtstbijzijnde splitspunt vóór de huidige locatie gaan |
PAGE DOWN |
Naar het dichtstbijzijnde splitspunt na de huidige locatie gaan |
Sneltoetsen voor Windows Help-viewer
Sneltoets | Voor dit resultaat |
---|---|
ALT+C |
De inhoudsopgave weergeven |
ALT+N |
Het menu Verbindingsinstellingen weergeven |
F10 |
Het menu Opties weergeven |
ALT+PIJL-LINKS |
Naar het vorige weergegeven onderwerp teruggaan |
ALT+PIJL-RECHTS |
Naar het volgende (eerder weergegeven) onderwerp gaan |
ALT+A |
De pagina voor klantondersteuning weergeven |
ALT+HOME |
De startpagina van Help en ondersteuning weergeven |
HOME |
Naar het begin van een onderwerp gaan |
END |
Naar het einde van een onderwerp gaan |
CTRL+F |
Zoeken in het huidige onderwerp |
CTRL+P |
Een onderwerp afdrukken |
F3 |
Naar het zoekvak gaan |