Extra information over het maken van een back-up en het herstellen van Windows SBS

Schaduwkopieën configureren

Standaard wordt in Windows SBS 2008 automatisch de VSS-technologie (Volume Shadow Copy Service) gebruikt om tweemaal per dag 'snapshots' of 'schaduwkopieën' van uw gegevens te maken. Een schaduwkopie wordt op hetzelfde volume opgeslagen waarvan de kopie wordt gemaakt. Het is niet mogelijk de opslaglocatie van de schaduwkopie te wijzigen; u kunt echter wel de hoeveelheid schijfruimte wijzigen die voor de opslag van schaduwkopieën wordt toegewezen. U kunt ook het schema wijzigen en opgeven wanneer er een schaduwkopie moet worden gemaakt.

De instellingen voor de opslag en de planning van een schaduwkopie weergeven of wijzigen

  1. Klik op Start, wijs Systeembeheer aan en klik vervolgens op Computerbeheer. De console Computerbeheer wordt weergegeven.

  2. Klik in de consolestructuur op Gedeelde mappen, wijs Alle taken aan en klik op Schaduwkopieën configureren. Het dialoogvenster voor de configuratie van schaduwkopieën wordt weergegeven.

  3. Selecteer het volume waarvoor u instellingen wilt weergeven of wijzigen en klik op Instellingen. De pagina Instellingen wordt weergegeven.

  4. Op de pagina Instellingen kunt de volgende twee taken uitvoeren:

    De hoeveelheid schijfruimte wijzigen die voor de opslag van schaduwkopieën worden toegewezen

    1. Selecteer in Opslagruimte de optie Limiet gebruiken en geef in megabytes de hoeveelheid schijfruimte op die u voor de opslag van schaduwkopieën wilt toewijzen.

    2. Klik op OK om de instelling te accepteren.

    Het schema wijzigen en opgeven wanneer er schaduwkopieën moeten worden gemaakt

    1. Klik op Schema. De pagina Schema voor het geselecteerde volume wordt weergegeven.

    2. U hebt de volgende mogelijkheden:

      • Als u het schema van een bestaand item wilt wijzigen, selecteert u het item in de lijst en wijzigt u het schema.

      • Als u een nieuw schema wilt toevoegen, klikt u op Nieuw en configureert u de instellingen voor het schema.

      • Als u een schema-item wilt verwijderen, selecteert u het item in de lijst en klikt u op Verwijderen.

    3. Klik op OK als u de gewenste wijzigingen in het schema hebt aangebracht.

  5. Wanneer u de wijzigingen in de instellingen voor schaduwkopieën hebt aangebracht, klikt u op OK om de pagina Instellingen te sluiten en klikt u vervolgens op OK om het dialoogvenster Configuratie schaduwkopieën te sluiten.

Gegevens op clientcomputers terugzetten

Als u mapomleiding voor netwerkgebruikers configureert, worden op de server automatisch schaduwkopieën van omgeleide bestanden en mappen gemaakt. Netwerkgebruikers kunnen zo de functie Vorige versies herstellen gebruiken om bestanden te herstellen die per ongeluk zijn gewijzigd, verwijderd of beschadigd. Zie 'Bestanden of mappen herstellen' eerder in dit document voor informatie over de functie Vorige versies herstellen.

Back-up- en doelstations defragmenteren

Wanneer u een gegevensstation defragmenteert, worden gegevensblokken verplaatst van de ene locatie op het station naar een andere. Als u het bronstation voor een serverback-up defragmenteert, is het daarom ook mogelijk dat eerdere versies van bestanden en mappen op het back-updoelstation worden overschreven door gegevensblokken die worden verplaatst. Als dit zich voordoet, kunt u de verloren gegevens niet meer herstellen vanaf het back-upstation. U moet daarom in uw back-upplan opnemen hoe u met een back-up wilt omgaan nadat u een bronstation hebt gedefragmenteerd.

U kunt het back-updoelstation indien nodig ook op een veilige manier defragmenteren omdat met de VSS-technologie de wijzigingen worden bijgehouden die tijdens de defragmentatie worden aangebracht.