Delen via


Microsoft Application Virtualization Management System - opmerkingen bij de release 4.5 SP1

Van toepassing op: Application Virtualization 4.5 SP1

Druk op Ctrl+F als u in deze opmerkingen bij de release wilt zoeken.

Belangrijk

Lees deze opmerkingen bij de release aandachtig door voordat u het Application Virtualization Management System installeert. Deze opmerkingen bevatten informatie die u nodig hebt om het Application Virtualization Management System succesvol te installeren. Deze opmerkingen bevatten informatie die niet beschikbaar is in de productdocumentatie. Als informatie in deze opmerkingen bij de release afwijkt van andere documentatie bij het Application Virtualization Management System, moet de laatste wijziging als correct worden beschouwd.

Raadpleeg voor de laatste informatie over bekende problemen de Microsoft TechNet Library op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=122918.

Over Microsoft Application Virtualization 4.5 Service Pack 1

Deze opmerkingen bij de release zijn bijgewerkt met de laatste wijzigingen die werden geïntroduceerd in Microsoft Application Virtualization (App-V) 4.5 Service Pack 1 (SP1). Dit servicepack bevat de volgende wijzigingen:

  • Ondersteuning voor Windows 7 en Windows Server 2008 R2: App-V 4.5 SP1 biedt ondersteuning voor Windows 7 en Windows Server 2008 R2, inclusief ondersteuning voor functies van Windows 7 zoals de taakbalk, AppLocker, BranchCache en BitLocker To Go. Ondersteuning voor Windows Server 2008 R2 is alleen beschikbaar voor de Application Virtualization Server. Zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkID=156732 voor meer informatie over ondersteuning voor AppLocker in Windows 7.

  • Ondersteuning voor Kerberos-realms van derden: App-V 4.5 SP1 biedt ondersteuning voor omgevingen die een vertrouwensrelatie en toegewezen gebruikersaccounts hebben tussen een Windows-domein en een MIT Kerberos-realm. Dit is een scenario dat door veel universiteiten wordt gebruikt. Raadpleeg de Microsoft TechNet Library op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=166004 voor informatie over het inschakelen van deze ondersteuning.

  • Verbeterde ondersteuning voor het publiceren van toepassingen en streaming via HTTP/HTTPS: App-V 4.5 SP1 biedt ondersteuning voor het publiceren van toepassingen en streaming via de HTTP/HTTPS-protocollen voor Windows XP Home Edition, Windows Vista Home Basic en Windows 7 Home Basic.

  • Klantenfeedback en hotfixpakket: App-V 4.5 SP1 bevat ook een pakket met correcties (fixes) van problemen die zijn gevonden sinds de Microsoft Application Virtualization (App-V) 4.5 CU1-release. De updates zijn het resultaat van bekende problemen en klantenfeedback van onze interne teams, partners en klanten die App-V 4.5 gebruiken. Raadpleeg het KB-artikel op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=167121 voor een volledige lijst van de updates.

Over de productdocumentatie

Uitgebreide documentatie voor Application Virtualization (App-V) is beschikbaar op het Microsoft TechNet in het Application Virtualization (App-V) TechCenter op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=122939. De TechNet-documentatie bevat de online Help voor de Application Virtualization Sequencer, de Application Virtualization Client en de Application Virtualization Server. Daarnaast bevat het de volgende Engelstalige handleidingen: Application Virtualization Planning and Deployment Guide en Application Virtualization Operations Guide.

Bescherming tegen zwakke plekken in de beveiliging en virussen

Als beveiligingsmaatregel tegen zwakke plekken in de beveiliging en virussen raden we u aan om de laatste beveiligingsupdates te installeren voor alle nieuwe software die u installeert. Raadpleeg voor meer informatie de website van Microsoft Security op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=3482.

Feedback geven

U kunt feedback geven, een suggestie doen of een probleem met het Microsoft Application Virtualization (App-V) Management System melden via een communityforum op het Microsoft Application Virtualization TechCenter (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=122917).

U kunt ook rechtstreeks aan het App-V-documentatieteam feedback geven over de documentatie. Stuur uw feedback over de documentatie naar appvdocs@microsoft.com.

Bekende problemen met Application Virtualization 4.5 SP1

In deze sectie wordt de meest actuele informatie gegeven over problemen met Microsoft Application Virtualization (App-V) 4.5 SP1. Deze problemen komen niet voor in de productdocumentatie en kunnen in sommige gevallen de bestaande productdocumentatie tegenspreken. Indien mogelijk zullen deze problemen in latere releases van de software worden verholpen.

Aanwijzingen voor de installatie van de Server Management Console

Als u managementsoftware moet installeren op andere systemen dan de primaire Application Virtualization publicatie- en streamingserver, ondersteunt de serverinstallatie de installatie van de Management Console en Management Webservice op andere servers dan de primaire App-V Management Server. Om de managementonderdelen over verscheidene servers te distribueren moet Kerberos-overdracht zijn ingeschakeld op de server waarop de Webservice is geïnstalleerd. Raadpleeg de Microsoft TechNet Library op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=166682 voor informatie over het inschakelen van deze ondersteuning.

Aanwijzingen voor het installeren van App-V 4.5 SP1-clients of het upgraden van clients naar App-V 4.5 SP1 met setup.msi

Bij het installeren van App-V-clients of het upgraden van App-V-clients naar App-V 4.5 SP1 met setup.msi, worden de vereiste items niet automatisch geïnstalleerd.

TIJDELIJKE OPLOSSING  U moet de vereiste items handmatig installeren voordat u de App-V-client installeert of naar App-V 4.5 SP1 bijwerkt. Ga voor gedetailleerde informatie over de installatie van de vereiste items en de App-V-client naar https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=144106.

Zodra deze procedures zijn voltooid, installeert u de App-V 4.5 SP1-client door gebruik te maken van setup.msi met verhoogde bevoegdheden. Dit bestand kunt u vinden op de releasemedia voor App-V 4.5 SP1, in de map Installers\Client.

Wanneer u Microsoft Application Error Reporting installeert, moet u de volgende opdracht gebruiken als u de App-V 4.5 SP1 Desktop-client installeert of naar deze versie bijwerkt:

    msiexec /i dw20shared.msi APPGUID={93468B43-C19D-44F9-8BCC-114076DB0443}  allusers=1 reboot=suppress REINSTALL=all REINSTALLMODE=vomus

Als u echter de App-V 4.5 SP1 Client for Remote Desktop Services (voorheen Terminal Services) installeert of naar deze versie bijwerkt, gebruikt u de volgende opdracht:

    msiexec /i dw20shared.msi APPGUID={0042AD3C-99A4-4E58-B5F0-744D5AD96E1C} allusers=1 reboot=suppress REINSTALL=all REINSTALLMODE=vomus

Notitie

De parameter APPGUID verwijst naar de productcode van de App-V-client die u installeert of bijwerkt. De productcode is voor iedere setup.msi uniek. U kunt de Orca database-editor of een soortgelijk programma gebruiken om de Windows Installer-bestanden te bekijken en de productcode vast te stellen. Deze stap is vereist voor elke installatie van of upgrade naar App-V 4.5 SP1.

Verbeterde prestaties bij het sequentiëren van het .NET Framework:

Wanneer u het .NET Framework sequentieert, kan het zijn dat u te maken krijgt met verminderde systeemprestaties, omdat de Microsoft .NET Framework NGEN-service probeert assembly's voor te compileren als achtergrondtaak.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Wanneer u het .NET Framework sequentieert, moet u de Microsoft .NET Framework NGEN-service (mscorsvw.exe) uitschakelen nadat de controlefase is voltooid. Ga naar het tabblad Virtuele services van Microsoft Application Virtualization Sequencer en schakel het opstarttype uit.

Wanneer u de installatie van Microsoft Application Virtualization Client ongedaan maakt, worden de gebruikersinstellingen van de gebruiker die de installatie ongedaan maakt, verwijderd

Wanneer u de installatie van App-V Client ongedaan maakt, verwijdert de Windows Installer de instellingen van Application Virtualization uit het profiel van de huidige gebruiker. Wanneer uw computer gebruikmaakt van zwervende profielen, moet u niet uw persoonlijke netwerkaccount gebruiken om de installatie van de client ongedaan te maken, omdat dan instellingen voor uw virtuele toepassingen van al uw computers worden verwijderd.

TIJDELIJKE OPLOSSING Gebruik een beheerdersaccount die niet wordt gebruikt voor het uitvoeren van virtuele toepassingen om de installatie van de App-V Client ongedaan te maken.

Wijzigingen die zijn aangebracht in het virtuele bestandssysteem en op virtuele registertabbladen, moeten worden opgeslagen tijdens het uitvoeren van de wizard Sequencing (sequentiëren)

Als u een pakket opent om een upgrade uit te voeren of als u de wizard Sequencing al op een nieuw pakket hebt uitgevoerd, en u brengt daarna wijzigingen aan in het pakket in het virtuele bestandssysteem of op virtuele registertabbladen, dan worden die wijzigingen niet automatisch opgeslagen.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Sla de wijzigingen op voordat u de wizard opnieuw uitvoert, zodat de wijzigingen worden weerspiegeld in de virtuele omgeving van de wizard.

De Command-line Sequencer moet worden uitgevoerd vanaf een opdrachtprompt met verhoogde bevoegdheid

Wanneer u de Command-line Sequencer gebruikt, vraagt het programma niet zelf om uitvoering in een omgeving met verhoogde bevoegdheid.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Voer de Command-line Sequencer uit vanaf een opdrachtprompt met verhoogde bevoegdheid.

Korte padnamen van variabelen in OSD-bestanden kunnen fouten veroorzaken

Als u fout 450478-1F702339-0000010B 'De mapnaam is ongeldig' krijgt bij het starten van een virtuele toepassing op de client, is het mogelijk dat de variabele in de OSD verkeerd is ingesteld. Dit kan gebeuren wanneer het installatieprogramma van de toepassing een korte padnaam instelt tijdens het sequentiëren.

TIJDELIJKE OPLOSSING Verwijder de achterste tilde van elke CSIDL-variabele die in het OSD-bestand voorkomt.

Correcte syntaxis voor DECODEPATH-parameter voor de Command-line Sequencer

Wanneer in de Command-line Sequencer een pakket wordt geopend voor een upgrade en dit wordt gedecodeerd naar de root van station Q, mag de syntaxis voor de parameter DECODEPATH niet worden afgesloten door een backslash.

TIJDELIJKE OPLOSSING Gebruik Q: in plaats van Q:\ (laat de achterste backslash '\' weg).

Tijdens het bijwerken van 4.2-pakketten kunt u op problemen stuiten die veroorzaakt worden door Windows Installer-bestanden in het virtuele bestandssysteem

Tijdens het bijwerken van een pakket van release 4.2 kunt u problemen ervaren met betrekking tot een conflict tussen Windows Installer-systeembestanden die standaard in 4.2 zijn opgenomen en de Windows Installer-bibliotheken die lokaal op uw Sequencing-werkstation zijn opgeslagen. De volgende bestanden bevinden zich in CSIDL_SYSTEM\:

  • cabinet.dll

  • msi.dll

  • msiexec.exe

  • msihnd.dll

  • msimsg.dlll

TIJDELIJKE OPLOSSING Verwijder alle hierboven vermelde bestanden uit het pakket. Verwijder de toewijzingen op het tabblad VFS, evenals de eigenlijke bestanden in de map CSIDL_SYSTEM in uw decodeerpad.

In Windows XP is logboekregistratie van clientinstallaties niet standaard ingeschakeld

Schakel de logboekfunctie in vanaf de opdrachtregel, zodat tijdens het installeren van de client eventuele installatiefouten worden vastgelegd ten behoeve van probleemoplossing.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Voeg de parameter /l*vx! log.txt toe aan de opdrachtregel, zoals in het voorbeeld hieronder:

setup.exe /s /v”/qn /l*vx! log.txt”

msiexec.exe /i setup.msi /qn /l*vx! log.txt

Een alternatieve methode is om de registersleutel in te stellen op de volgende waarde:

[HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Policies\Microsoft\Windows\Installer] "Logging"="voicewarmupx!"

Kerberos-verificatie werkt alleen wanneer Service Principal Names (SPN's) zijn geregistreerd voor IIS

Bij gebruik van IIS 6.0 of 7.0 voor het ophalen van pictogrammen of OSD-bestanden en het streamen van pakketten, schakelt u Kerberos-verificatie in door de SPN's als volgt te registreren:

  • Voer op de IIS-server de volgende opdrachten uit met het hulpprogramma SETSPN.EXE uit de Resource Kit. De FQDN-naam (Fully Qualified Domain Name) van de server moet worden gebruikt.

    Setspn -r SOFTGRID/<Server FQDN>

    Setspn -r HTTP/<Server FQDN>

Raadpleeg voor meer informatie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=131407.

Wijzigingen in .NET-compatibiliteit

Microsoft Application Virtualization (App-V) Cumulative Update 1 ondersteunt het sequentiëren van .NET Framework in Windows XP (SP2 of hoger). Sequentiëringsroutines voor .NET-toepassingen die geschreven zijn voor SoftGrid 4.2, moeten mogelijk worden bijgewerkt bij gebruik met de App-V 4.5 Sequencer. Raadpleeg het Knowledge Base-artikel op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=123412 voor meer informatie en tijdelijke oplossingen.

Na een upgrade van de client vanuit App-V 4.2 worden sommige toepassingen niet weergegeven

Controleer of de volgende fout in het logbestand staat: 'De Application Virtualization Client kan het OSD-bestand niet parseren.' De App-V 4.5-client filtert toepassingen uit die een OSD-bestand met een lege OS-tag (<OS></OS>) hebben.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Verwijder de lege OS-tag uit het OSD-bestand.

De App-V-server vereist uitzonderingen in de eigen firewall voor bepaalde processen

De server kan toepassingen alleen correct streamen wanneer de kernprocessen van de server, inclusief het verdeelprogramma, toegang krijgen door de firewall.

TIJDELIJKE OPLOSSING Stel in de firewall van de server uitzonderingen in voor de volgende processen: sghwsvr.exe en sghwdsptr.exe. Deze hebben betrekking op de App-V Management Server en de App-V Streaming Server.

Wanneer het serverinstallatieprogramma in stille modus wordt uitgevoerd, controleert het niet goed op MSXML6

De App-V Management Server is afhankelijk van MSXML6. Wanneer u het installatieprogramma echter in stille modus uitvoert (bijvoorbeeld met behulp van de opdracht 'msiexec -i setup.msi /qn' op een systeem waarop MSXML6 nog niet is geïnstalleerd), detecteert het installatieprogramma de ontbrekende afhankelijkheid niet en wordt de installatie voortgezet. Wanneer clients de publicatie-informatie van de App-V Management Server willen vernieuwen, zullen daardoor fouten optreden.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Controleer of MSXML6 op het systeem is geïnstalleerd voordat u een stille installatie van de App-V Management Server uitvoert.

Foutcode 000C800 verschijnt wanneer geprobeerd wordt verbinding te maken met de Application Virtualization Management Console

Een Application Virtualization-beheerder die geen lokale beheerder is op de App-V Management Web Service-server, krijgt een fout (foutcode: 000C800) wanneer wordt geprobeerd verbinding te maken met de App-V Management Console, en de logboekvermelding in sftmmc.log geeft aan dat toegang tot SftMgmt.udl wordt geweigerd. Een beheerder die geen lokale beheerder op de App-V Management Web Service-server is, moet tenminste lees- en uitvoermachtigingen hebben voor het bestand SftMgmt.udl om verbinding te kunnen maken met de App-V Management Console.

Aan Application Virtualization-beheerders moeten lees- en uitvoermachtigingen voor het bestand SftMgmt.UDL worden toegekend onder %systemdrive%\Program Files\Microsoft System Center App Virt Management Server\App Virt Management Service.

Opdrachtregelparameters van de Client Installer worden genegeerd wanneer deze in combinatie met KEEPCURRENTSETTINGS=1 worden gebruikt

De volgende opdrachtregelparameters van de Client Installer worden in combinatie met KEEPCURRENTSETTINGS=1 genegeerd: SWICACHESIZE, MINFREESPACEMB, ALLOWINDEPENDENTFILESTREAMING, APPLICATIONSOURCEROOT, ICONSOURCEROOT, OSDSOURCEROOT, SYSTEMEVENTLOGLEVEL, SWIGLOBALDATA, DOTIMEOUTMINUTES, SWIFSDRIVE, AUTOLOADTARGET, AUTOLOADTRIGGERS, SWIUSERDATA en REQUIRESECURECONNECTION.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Als er instellingen zijn die u wilt behouden, gebruikt u KEEPCURRENTSETTINGS=1 en stelt u de andere parameters in na de implementatie. De sjabloon App-V ADM kan worden gebruikt om de volgende client-instellingen in te stellen: APPLICATIONSOURCEROOT, ICONSOURCEROOT, OSDSOURCEROOT, AUTOLOADTARGET, AUTOLOADTRIGGERS, DOTIMEOUTMINUTES en ALLOWINDEPENDENTFILESTREAMING. U vindt de ADM-sjabloon op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=121835.

Copyrightgegevens voor deze opmerkingen bij de release

De informatie in dit document, inclusief verwijzingen naar URL's en andere websites, kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en wordt alleen ter informatie aangeboden. Het volledige risico van het gebruik of de resultaten van het gebruik van dit document ligt bij de gebruiker, en Microsoft Corporation wijst alle garanties, zowel uitdrukkelijk als impliciet, af. Tenzij anders vermeld, zijn de bedrijven, organisaties, producten, domeinnamen, e-mailadressen, logo's, personen, plaatsen en gebeurtenissen die in voorbeelden in dit document zijn gebruikt, fictief. Geen enkele associatie met een echt bedrijf, organisatie, product, domeinnaam, e-mailadres, logo, persoon, plaats of gebeurtenis is bedoeld of moet worden afgeleid. Navolging van alle toepasselijke auteursrechtelijke wetten is de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Zonder beperking van de rechten onder het auteursrecht, mag niets in dit document worden gereproduceerd, worden opgeslagen of ingevoerd in een opslagsysteem, of worden overgedragen in ongeacht welke vorm of op enige wijze (elektronisch, mechanisch, fotokopiëren, opname of anderszins) of voor enig doeleinde, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Microsoft Corporation.

Microsoft kan patenten, patentaanvragen, handelsmerken, copyrights of andere intellectuele eigendomsrechten hebben die betrekking hebben op het onderwerp in dit document. Behalve indien uitdrukkelijk aangegeven in een schriftelijke licentieovereenkomst van Microsoft, geeft het ter beschikking stellen van dit document u geen licentie tot deze patenten, handelsmerken, copyrights of andere intellectuele eigendom.

© 2009 Microsoft Corporation. Alle rechten voorbehouden.

Microsoft, Active Directory, ActiveSync, MS-DOS, Windows, Windows Server en Windows Vista zijn handelsmerken van de Microsoft-bedrijvengroep.

Alle overige handelsmerken zijn eigendom van de respectievelijke eigenaren.

-----
You can learn more about MDOP in the TechNet Library, search for troubleshooting on the TechNet Wiki, or follow us on Facebook or Twitter.
-----