Voorbeeldscenario voor het beheren van toepassingen met Configuration Manager

 

Van toepassing op: System Center 2012 Configuration Manager, System Center 2012 Configuration Manager SP1, System Center 2012 Configuration Manager SP2, System Center 2012 R2 Configuration Manager, System Center 2012 R2 Configuration Manager SP1

In dit onderwerp vindt u een voorbeeldscenario voor het gebruik van System Center 2012 Configuration Manager om toepassingen in uw onderneming te beheren. Het betreft de levenscyclus van de toepassingsimplementatie: het aanvankelijk maken en testen om de toepassing te implementeren, updaten van geïmplementeerde toepassing naar een latere versie en het verwijderen van de toepassing van computers op het productienetwerk.

Johan is de Configuration Manager beheerder bij Woodgrove Bank die de laatste versie van Microsoft Visio moet implementeren voor 200 gebruikers, overeenkomstig onderstaande vereisten:

  • Hij moet de toepassing enkel installeren op computers met Windows 7.

  • Deze toepassing moet om prestatieredenen enkel worden geïnstalleerd op computers met minstens 4 GB aan RAM-geheugen. Als computers minder dan 4 GB aan RAM-geheugen hebben, dan moeten deze de virtuele versie van de toepassing uitvoeren.

  • Een specifieke toepassing van het bedrijf, Woodgrove.msi, moet op alle bedrijfscomputers worden geïnstalleerd, voordat de toepassing wordt geïnstalleerd.

  • Als de toepassing wordt geïnstalleerd op een computer die niet de primaire computer van de gebruiker is, dan moet een virtuele versie van de toepassing worden geïnstalleerd.

  • Microsoft Visio en de Woodgrove.msi-toepassing moeten niet worden geïnstalleerd op computers met Windows Server.

  • De toepassing moet eveneens ter beschikking worden gesteld van gebruikers om deze op aanvraag op andere computers in de organisatie te installeren.

De volgende secties van dit onderwerp bevatten voorbeelden van stappen voor het gebruik van Configuration Manager om in uw organisatie toepassingen te maken, implementeren en beheren:

  • Voorbereiding

  • Stap 1: De toepassing Woodgrove.msi maken en implementeren

  • Stap 2: Een toepassing voor Microsoft Visio maken

  • Stap 3: Meerdere implementatietypen voor de Microsoft Visio-toepassing maken

  • Stap 4: De toepassing testen met behulp van een gesimuleerde implementatie

  • Stap 5: De toepassing van Microsoft Visio implementeren

  • Stap 6: De toepassing van Microsoft Visio vervangen

  • Stap 7: Verwijder de Microsoft Visio-toepassing

Voorbereiding

Voordat Johan toepassingen kan beheren met behulp van Configuration Manager, onderneemt hij de acties zoals beschreven in de volgende tabel.

Proces

Verwijzing

Johan bekijkt de beschikbare informatie over de basisconcepten voor toepassingsbeheer in Configuration Manager.

Zie Inleiding op toepassingsbeheer in Configuration Manager voor overzichtsinformatie over toepassingsbeheer.

Johan controleert en implementeert de vereisten voor het implementeren van toepassingen.

Zie Vereisten voor toepassingsbeheer in Configuration Manager voor informatie over de vereisten voor toepassingsbeheer.

Johan configureert en test de Application Catalog en het Software Center, zodat gebruikers software kunnen zoeken en installeren.

Zie De catalogus met toepassingen en Software Center configureren in Configuration Manager voor informatie over het configureren van de Application Catalog en het Software Center.

Stap 1: De toepassing Woodgrove.msi maken en implementeren

De toepassing met de naam Woodgrove.msi moet op alle computers van het bedrijf worden geïnstalleerd, behalve op servers. Johan onderneemt de acties beschreven in de volgende tabel, om deze toepassing in Configuration Manager te maken.

Proces

Verwijzing

Johan voert de wizard Toepassing maken uit vanaf de Configuration Manager-console.

Zie Stap 1: De wizard Toepassing maken starten in het onderwerp Toepassingen maken in Configuration Manager.

Johan selecteert het installatiebestandstype Windows Installer (Systeemeigen) om de wizard automatisch te voorzien van informatie over het installatiebestand Woodgrove.msi.

Vervolgens bekijkt hij de informatie die werd gelezen op het installatiebestand. Meer informatie wordt geboden op de Algemene pagina van de wizard Toepassing maken. Johan noemt de toepassing Woodgrove Bedrijfstoepassing.

Johan voltooit de wizard. De nieuwe toepassing en een implementatietype (Woodgrove MSI genoemd) is gemaakt en weergegeven voor de toepassing in knooppunt Toepassingen van de werkruimte Softwarebibliotheek.

Zie de sectie 989dfb1d-a003-4200-817d-f917d8ae096b#BKMK_Auto in het onderwerp Toepassingen maken in Configuration Manager, voor informatie over het automatisch detecteren van informatie over de toepassing van de toepassingsinstallatiebestanden.

Johan start de wizard Inhoud distribueren om de toepassingsinhoud naar de vereiste distributiepunten in de hiërarchie van Woodgrove Bank te kopiëren.

Hij gebruikt knooppunt Inhoudsstatus in werkruimte Controle om te bevestigen dat de inhoud voor de applicatie gedistribueerd werd.

Zie Inhoud op distributiepunten distribueren in het onderwerp Bewerkingen en onderhoud voor inhoudsbeheer in Configuration Manager, voor informatie over de wizard Inhoud op distributiepunten distribueren.

Zie de sectie Controle van de status van inhoud in het onderwerp Bewerkingen en onderhoud voor inhoudsbeheer in Configuration Manager voor meer informatie over het bewaken van de distributie van toepassingsinhoud.

Johan maakt een apparaatverzameling met alle computers met een besturingssysteem voor desktopcomputers in de hiërarchie van Woodgrove Bank. Hij noemt deze verzameling Alle desktop- en laptopcomputers.

Zie Het maken van verzamelingen in Configuration Manager voor informatie over het maken van verzamelingen.

Johan gebruikt de wizard Software implementeren om de toepassing te implementeren naar de verzameling Alle desktop- and laptopcomputers met behulp van de volgende parameters:

  • Implementatieactie - installeren

  • Implementatiedoel – Vereist

Zie Toepassingen implementeren in Configuration Manager voor meer informatie over het implementeren van toepassingen.

Johan controleert de implementatie van Woodgrove.msi om te zorgen dat dit op alle computers van de verzameling Alle desktop- en laptopcomputers is geïnstalleerd.

Zie Toepassingen bewaken in Configuration Manager voor meer informatie over het bewaken van toepassingsimplementaties.

Stap 2: Een toepassing voor Microsoft Visio maken

Johan moet nu een toepassing voor Microsoft Visio maken. Johan onderneemt de acties beschreven in de volgende tabel, om deze toepassing in Configuration Manager te maken.

Proces

Verwijzing

Johan voert de wizard Toepassing maken uit vanaf de Configuration Manager-console.

Zie Stap 1: De wizard Toepassing maken starten in het onderwerp Toepassingen maken in Configuration Manager.

Johan gebruikt de wizard Toepassing maken om een nieuwe toepassing met de naam Microsoft Visio (Woodgrave Bank) te maken. Hij selecteert de optie om toepassingsinformatie vanuit het bestand Windows Installer (.msi) voor Microsoft Visio automatisch te detecteren.

Johan voltooit de wizard. De nieuwe toepassing en een implementatietype voor de toepassing is gemaakt en weergegeven in knooppunt Toepassingen van de werkruimte Softwarebibliotheek.

Zie de sectie 989dfb1d-a003-4200-817d-f917d8ae096b#BKMK_Auto in het onderwerp Toepassingen maken in Configuration Manager, voor informatie over het automatisch detecteren van informatie over de toepassing van de toepassingsinstallatiebestanden.

Johan opent de eigenschappen voor de toepassing Microsoft Visio (Woodgrove Bank) en klikt op tabblad Implementatietypen. Vervolgens selecteert hij het net gemaakte implementatietype en klikt op Bewerken.

Op tabblad Vereisten van dialoogvenster <implementatietype>Eigenschappen configureert Johan de volgende vereisten:

  • Categorie: Apparaat, voorwaarde: Totaal fysiek geheugen, Operator: Groter dan of gelijk aan, Waarde (MB): 4000 – Deze vereiste zorgt ervoor dat het implementatietype enkel kan worden geïnstalleerd op computers met minstens 4 GB aan RAM-geheugen.

  • Categorie: Apparaat, voorwaarde: Besturingssysteem, Operator: Een van, Windows 7 – Deze vereiste zorgt ervoor dat het implementatietype enkel kan worden geïnstalleerd op computers met Windows 7.

    Notitie

    Deze vereiste voorkomt eveneens dat het implementatietype zou worden geïnstalleerd op computers met Windows Server.

  • Categorie: Gebruiker, voorwaarde: Primair apparaat, Operator: Is gelijk aan, waarde: Waar – Deze vereiste zorgt ervoor dat het implementatietype van Windows Installer enkel kan worden uitgevoerd op het primaire apparaat van de gebruiker.

Zie Stap 6: Vereisten voor implementatietype opgeven in het onderwerp Toepassingen maken in Configuration Manager.

Op tabblad Afhankelijkheden van dialoogvenster <implementatietype>Eigenschappen, configureert Johan de volgende afhankelijkheden:

  • Naam afhankelijkheidsgroepWoodgrove Visio Applications.

  • ToepassingWoodgrove Business Application

  • Ondersteunde implementatietypenWoodgrove MSI

Johan selecteert eveneens het selectievakje Automatische installatie om te zorgen dat de Woodgrove.msi-bedrijfstoepassing automatisch op alle computers wordt geïnstalleerd, indien nodig, voordat Microsoft Visio wordt geïnstalleerd.

Zie Stap 7: Afhankelijkheden opgeven voor het implementatietype in het onderwerp Toepassingen maken in Configuration Manager.

Stap 3: Meerdere implementatietypen voor de Microsoft Visio-toepassing maken

Johan heeft twee implementatietypen nodig voor zakelijke doeleinden: Het MSI-implementatietype voor lokale installatie van de toepassing en een virtueel implementatietype. Johan maakt een implementatietype voor de virtuele toepassing van Microsoft Visio, door de acties te ondernemen die beschreven worden in de volgende tabel.

Proces

Verwijzing

Johan gebruikt de sequencer virtuele App-V-omgevingen (Application Virtualization) om een virtuele toepassing voor Microsoft Visio te maken.

Zie onderwerp Een nieuwe toepassing (App-V 4.6) sequentiëren in de documentatie van Application Virtualization, voor meer informatie.

Johan opent knooppunt Toepassingen in de werkruimte Softwarebibliotheek en selecteert de toepassing Microsoft Visio (Woodgrove Bank). Vervolgens klikt hij op het tabblad Start in de groep Toepassing op Implementatietype maken.

Johan selecteert het installatiebestandstype Microsoft Application Virtualization en bladert vervolgens naar het manifestbestand in XML voor de virtuele toepassing Microsoft Visio om de wizard automatisch te voorzien van informatie over de virtuele toepassing.

Zie Toepassingen maken in Configuration Manager voor meer informatie over het maken van implementatietypen.

Op de pagina Vereisten van de wizard Implementatietype maken, configureert Johan de volgende vereisten:

  • Categorie: Apparaat, voorwaarde: Totaal fysiek geheugen, Operator: Groter dan of gelijk aan, Waarde (MB): 4000 – Deze vereiste zorgt ervoor dat het implementatietype enkel kan worden geïnstalleerd op computers met minstens 4 GB aan RAM-geheugen.

  • Categorie: Apparaat, voorwaarde: Besturingssysteem, Operator: Een van, Windows 7 – Deze vereiste zorgt ervoor dat het implementatietype enkel kan worden geïnstalleerd op computers met Windows 7.

    Notitie

    Deze vereiste voorkomt eveneens dat het implementatietype zou worden geïnstalleerd op computers met Windows Server.

  • Categorie: Gebruiker, voorwaarde: Primair apparaat, Operator: Is gelijk aan, waarde: Onwaar – Deze vereiste zorgt ervoor dat de virtuele toepassing implementatietype enkel kan worden uitgevoerd op apparaten die niet het primaire apparaat van de gebruiker zijn.

Zie Stap 6: Vereisten voor implementatietype opgeven in het onderwerp Toepassingen maken in Configuration Manager.

Op tabblad Afhankelijkheden van dialoogvenster <implementatietype>Eigenschappen, configureert Johan de volgende afhankelijkheden:

  • Naam afhankelijkheidsgroepWoodgrove Visio Applications.

  • ToepassingWoodgrove Business Application

  • Ondersteunde implementatietypenWoodgrove MSI

Johan selecteert eveneens het selectievakje Automatische installatie om te zorgen dat de Woodgrove.msi-bedrijfstoepassing automatisch op alle computers wordt geïnstalleerd, indien nodig, voordat Microsoft Visio wordt geïnstalleerd.

Zie Stap 7: Afhankelijkheden opgeven voor het implementatietype in het onderwerp Toepassingen maken in Configuration Manager.

Johan start de wizard Inhoud distribueren om de toepassingsinhoud naar de vereiste distributiepunten in de hiërarchie van Woodgrove Bank te kopiëren.

Vervolgens gebruikt hij knooppunt Inhoudsstatus in werkruimte Bewaking om te bevestigen dat de inhoud voor de applicatie werd gedistribueerd.

Zie Inhoud op distributiepunten distribueren in het onderwerp Bewerkingen en onderhoud voor inhoudsbeheer in Configuration Manager, voor informatie over de wizard Inhoud op distributiepunten distribueren.

Zie de sectie Controle van de status van inhoud in het onderwerp Bewerkingen en onderhoud voor inhoudsbeheer in Configuration Manager voor meer informatie over het bewaken van de distributie van toepassingsinhoud.

Stap 4: De toepassing testen met behulp van een gesimuleerde implementatie

Voordat Johan de toepassing Microsoft Visio implementeert, wilt hij de implementatie testen om te weten op hoeveel computers lokale en virtuele kopieën van Microsoft Visio wordt geïnstalleerd. Hij wilt ook bepalen hoeveel computers niet voldoen aan de vereisten om de toepassing te installeren. Johan configureert een gesimuleerde implementatie door de acties te ondernemen die beschreven zijn in de volgende tabel, om deze informatie in te winnen.

Proces

Verwijzing

John maakt twee nieuwe gebruikersverzamelingen. De eerste verzameling heet Vereiste Visio-installatie. Deze bevat de namen van de 200 gebruikers waarop Visio moet zijn geïnstalleerd. De tweede collectie, Optionele Visio-installatie genoemd, bevat alle gebruikers. Johan voegt aan deze tweede collectie een nieuwe uitsluitingsregel voor de verzameling toe, zodat de leden van de verzameling Vereiste Visio-installatie uit deze verzameling zullen worden uitgesloten.

Zie de sectie Een Gebruikersverzameling maken in het onderwerp Het maken van verzamelingen in Configuration Manager voor meer informatie over het maken van gebruikersverzamelingen.

John voert de wizard Implementatie van toepassing simuleren uit.

Hij maakt een gesimuleerde implementatie met een actie van Installeren en implementeert dit naar de verzameling Vereiste Visio-installatie.

Vervolgens maakt hij een tweede gesimuleerde implementatie met behulp van dezelfde parameters naar de verzameling Optionele Visio-installatie.

Zie Een toepassingsimplementatie simuleren in Configuration Manager voor meer informatie over gesimuleerde implementaties.

Johan onderzoekt de status van elke gesimuleerde implementatie in knooppunt Implementaties van de werkruimte Controle. Deze implementaties worden opgesomd om te Simuleren. Hij ontdekt dat ongeveer tien procent van de computers niet voldoen aan de vereisten om Microsoft Visio te installeren en hij meldt deze informatie aan zijn manager.

Zie Toepassingen bewaken in Configuration Manager voor meer informatie over het bewaken van toepassingsimplementaties.

Stap 5: De toepassing van Microsoft Visio implementeren

Johan is nu klaar om de nieuwe toepassing Microsoft Visio te implementeren. Hiervoor onderneemt hij de acties beschreven in de volgende tabel.

Proces

Verwijzing

Johan gebruikt de wizard Software implementeren om twee implementaties van de toepassing Microsoft Visio te maken:

  • Implementatie 1 – naar de verzameling Vereiste Visio-installatie met een actie van Installeren en een doel van Vereist.

  • Implementatie 2 – naar de verzameling Optionele Visio-installatie met een actie van Installeren en een doel van Beschikbaar.

Zie Toepassingen implementeren in Configuration Manager voor meer informatie over het implementeren van toepassingen.

John controleert regelmatig beide implementaties van Microsoft Visio. Hij kan mogelijke problemen oplossen met behulp van de informatie in het knooppunt Implementaties van de werkruimte Bewaking.

Johan kan zijn managers van de Woodgrove Bank inlichten dat de implementatie van Microsoft Visio geslaagd is.

Zie Toepassingen bewaken in Configuration Manager voor meer informatie over het bewaken van toepassingsimplementaties.

Stap 6: De toepassing van Microsoft Visio vervangen

Een nieuwe versie van Microsoft Visio is vrijgegeven en Woodgrove Bank beslist om alle geïnstalleerde softewarekopies naar de nieuwe versie bij te werken. Johan onderneemt de acties beschreven in de volgende tabel om deze taak uit te voeren.

Proces

Verwijzing

Johan verwijdert de huidige implementaties van de Microsoft Visio-toepassing.

Zie Toepassingen implementeren in Configuration Manager voor meer informatie over het verwijderen van een toepassingsimplementatie.

Johan maakt implementatietypen voor de nieuwe versies in de Microsoft Visio-toepassing voor de volledige installatie van Microsoft Visio en voor een virtuele installatie van Microsoft Visio.

Zie voor meer informatie Stap 3: Meerdere implementatietypen voor de Microsoft Visio-toepassing maken in dit onderwerp.

John voegt twee nieuwe vervangingsrelaties toe: Een voor de volledige installatie van Microsoft Visio en een voor de virtuele installatie. Hij selecteert eveneens de optie voor het verwijderen van de vorige versies.

Zie Vervanging van toepassingen gebruiken in Configuration Manager voor meer informatie over vervangende toepassingen.

Johan implementeert de toepassing van Microsoft Visio opnieuw voor computers in de hiërarchie van Woodgrove Bank.

Zie Toepassingen implementeren in Configuration Manager voor meer informatie over het implementeren van een toepassing.

John controleert de status van deze toepassingsimplementaties en is in staat om aan zijn manager te melden dat de nieuwe versie van Microsoft Visio werd geïmplementeerd.

Zie Toepassingen bewaken in Configuration Manager voor meer informatie over het bewaken van toepassingsimplementaties.

Stap 7: Verwijder de Microsoft Visio-toepassing

Woodgrove Bank beslist dat ze het niet meer nodig hebben dat Microsoft Visio geïnstalleerd is op computers in hun hiërarchie. Ze vragen John alle kopieën van de software te verwijderen van computers in het bedrijf. Hiervoor onderneemt hij de acties beschreven in de volgende tabel.

Proces

Verwijzing

John verwijdert alle implementaties van de Microsoft Visio-toepassing.

Zie Toepassingen implementeren in Configuration Manager voor meer informatie over het verwijderen van een toepassingsimplementatie.

John controleert de eigenschappen van elk implementatietype in de Microsoft Visio-toepassing. Op het tabblad Programma's van het dialoogvenster Implementatie-eigenschappen controleert hij dat een uninstall-programma werd gespecificeerd.

Zie Toepassingen maken in Configuration Manager voor meer informatie over implementatietype-opties.

John implementeert dan de Microsoft Visio-toepassing naar alle computers met een actie van Installatie ongedaan maken en een doel van Vereist.

Zie Toepassingen implementeren in Configuration Manager voor meer informatie over het implementeren van een toepassing.

John controleert de implementatie van de toepassing en kan zijn manager melden dat alle kopieën van Microsoft Visio verwijderd zijn van de computers van Woodgrove Bank.

Zie Toepassingen bewaken in Configuration Manager voor meer informatie over het bewaken van toepassingsimplementaties.