Delen via


Weergaven maken in Operations Manager

 

Gepubliceerd: maart 2016

Van toepassing op: System Center 2012 R2 Operations Manager, System Center 2012 - Operations Manager, System Center 2012 SP1 - Operations Manager

Met System Center 2012 – Operations Manager-weergaven wordt informatie weergegeven die aan bepaalde criteria voldoet. Wanneer u een weergave selecteert, wordt er een zoekopdracht naar de Operations Manager-database verzonden en worden de resultaten van de zoekopdracht weergegeven in het resultaatvenster. U kunt de standaardweergaven gebruiken die worden gemaakt wanneer Operations Manager wordt geïnstalleerd, weergaven uit management packs gebruiken, of uw eigen aangepaste weergaven maken.

U moet de rechten van de rol Auteur hebben om een weergave in de werkruimte Bewaking te maken. Als u een operator bent, kunt u een weergave maken in Mijn werkruimte. Met de onderstaande procedures worden weergaven gemaakt in Mijn werkruimte, maar dezelfde procedures zijn van toepassing op het maken van een weergave in de werkruimte voor bewaking.

Zie Richtlijnen voor het instellen van een bereik en doelen voor weergaven voor informatie over het selecteren van objecten, klassen of groepen voor een weergave.

Dit onderwerp bevat de volgende procedures:

  • Een waarschuwingsweergave maken

  • Een gebeurtenisweergave maken

  • Een statusweergave maken

  • Een prestatieweergave maken

  • Een diagramweergave maken

  • Een taakstatusweergave maken

  • Een webpaginaweergave maken

  • Een dashboardweergave maken

  • Een weergave met een samenvatting van onderdrukkingen maken

Een waarschuwingsweergave maken

U kunt een aangepaste waarschuwingsweergave maken die alleen de waarschuwingen bevat die u wilt zien. Als u bijvoorbeeld de status van UNIX- of Linux-computers wilt bijhouden, kunt u een weergave maken die alleen kritieke waarschuwingen bevat die door die computers worden gegenereerd.

Waarschuwingsweergave maken

  1. Klik op Mijn werkruimte in de Operations-console.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de map waar u de weergave wilt opslaan, wijs Nieuw aan en klik op Waarschuwingsweergave.

  3. Typ in het dialoogvenster Eigenschappen van de waarschuwingsweergave een naam en omschrijving voor de weergave. (De beschrijving is optioneel.)

  4. Stel criteria in om de weer te geven waarschuwingen te identificeren:

    1. Verklein de groep mogelijke waarschuwingen door een klasse of groep voor waarschuwingen te identificeren. Selecteer bijvoorbeeld UNIX-computer in de lijst Gegevens weergeven voor om een waarschuwingsweergave te maken voor UNIX- of Linux-computers. Zie Richtlijnen voor het instellen van een bereik en doelen voor weergaven voor meer informatie.

    2. Selecteer de voorwaarden die de inhoud van de weergave definiëren. Er zijn een aantal verschillende voorwaarden waaruit u kunt kiezen, van ernst of prioriteit tot waarschuwingen met tekst in specifieke velden. Selecteer bijvoorbeeld voor de waarschuwingsweergave voor UNIX- of Linux-computers met een specifieke ernst in de lijst Voorwaarden selecteren.

    3. Verfijn de criteriumbeschrijving door op de onderstreepte tekst in het vak Criteriumbeschrijving te klikken.

      Klik voor de waarschuwingsweergave voor UNIX- of Linux-computers op specifiek. Selecteer in het venster Waarschuwingstype de optie Kritiek en klik op OK.

    Notitie

    U kunt meerdere criteria toevoegen om de weergave aan uw behoeften aan te passen.

  5. Pas het uiterlijk van de waarschuwingsweergave aan op het tabblad Weergave. U kunt opgeven welke kolommen moeten worden weergegeven, en de sorteervolgorde van de kolommen en de manier waarop items worden gegroepeerd opgeven.

  6. Klik op OK om de weergave te maken.

Een gebeurtenisweergave maken

Een gebeurtenisweergave kan alleen gebeurtenissen weergeven die door een management pack worden verzameld. Operations Manager verzamelt niet alle gebeurtenissen.

Gebeurtenisweergave maken

  1. Klik op Mijn werkruimte in de Operations-console.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de map waar u de weergave wilt opslaan, wijs Nieuw aan en klik op Gebeurtenisweergave.

  3. Typ in het dialoogvenster Eigenschappen van de gebeurtenisweergave een naam en omschrijving voor de weergave. (De beschrijving is optioneel.)

  4. Stel criteria in om de weer te geven gebeurtenissen te identificeren:

    1. Verklein de groep mogelijke gebeurtenissen door een klasse of groep voor waarschuwingen te identificeren. Selecteer bijvoorbeeld UNIX-computer in de lijst Gegevens weergeven voor om een gebeurtenisweergave te maken voor UNIX- of Linux-computers. Zie Richtlijnen voor het instellen van een bereik en doelen voor weergaven voor meer informatie.

    2. Selecteer de voorwaarden die de inhoud van de weergave definiëren. Er is een aantal verschillende voorwaarden waaruit u kunt kiezen. Selecteer bijvoorbeeld voor de gebeurtenisweergave voor UNIX- of Linux-computers met een specifieke ernst in de lijst Voorwaarden selecteren.

      Notitie

      Wanneer u gegenereerd door specifieke regels selecteert, kunnen alleen gebeurtenisverzamelingsregels worden geselecteerd. Als u de regel die u wilt selecteren niet ziet wanneer u op specifiek klikt, verzeker u er dan van dat de categorie van de regel die u zoekt, Gebeurtenissen verzamelen is.

    3. Verfijn de criteriumbeschrijving door op de onderstreepte tekst in het vak Criteriumbeschrijving te klikken.

      Klik voor de gebeurtenisweergave voor UNIX-computers op specifiek. Selecteer in het venster Gebeurtenistype de optie Controlefout en klik op OK.

    Notitie

    U kunt meerdere criteria toevoegen om de weergave aan uw behoeften aan te passen.

  5. Pas het uiterlijk van de gebeurtenisweergave aan op het tabblad Weergave. U kunt opgeven welke kolommen moeten worden weergegeven, en de sorteervolgorde van de kolommen en de manier waarop items worden gegroepeerd opgeven.

  6. Klik op OK om de weergave te maken.

Een statusweergave maken

De statusweergave in Operations Manager lijkt in zoverre op de meeste andere weergavetypen, dat u het tabblad Criteria in het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt om te definiëren welke objecten u in de weergave wilt opnemen. Vervolgens gebruikt u het tabblad Weergave om de manier aan te passen waarop de gegevens er in uw weergave uitzien. Elke sectie van het tabblad Criteria voegt een extra filter aan uw weergave toe.

Notitie

Wanneer er een statusweergave wordt weergegeven, ziet u wellicht dat er meerdere objecten met dezelfde naam worden vermeld. Zo kunnen een Windows-computerobject en een beheerserverobject dezelfde computernaam hebben. Het Windows-computerobject en het beheerserverobject hebben ieder een eigen rij in de statusweergave, zodat dezelfde computernaam tweemaal wordt vermeld. Dit is normaal.

Statusweergave maken

  1. Klik met de rechtermuisknop op de map waar u de weergave wilt opslaan, wijs Nieuw aan en klik op Statusweergave.

  2. Typ in het dialoogvenster Eigenschappen van de gebeurtenisweergave een naam en omschrijving voor de weergave. (De beschrijving is optioneel.)

  3. Klik op het tabblad Criteria op het weglatingsteken (...) bij het vak Gegevens weergeven voor. In het dialoogvenster Een doelklasse selecteren wordt een lijst weergegeven met de objecttypen die beschikbaar zijn in uw beheergroep. Klik op het objecttype van de objecten die u wilt bekijken en klik op OK. Zie Richtlijnen voor het instellen van een bereik en doelen voor weergaven voor meer informatie.

    Het objecttype dat u selecteert, wordt vermeld in het vak Gegevens weergeven voor. Als u de weergave verder wilt toespitsen, kunt u ook op het weglatingsteken (...) bij Gegevens in een specifieke groep weergeven klikken. Klik op een groep om de in de weergave getoonde objecten te filteren en klik op OK.

    Notitie

    Als u het gewenste objecttype niet ziet, klikt u op Alle doelen weergeven en typt u een of meer woorden in Zoeken om de weergegeven lijst te filteren.

  4. Gebruik de beschikbare selectievakjes om afzonderlijke criteria te selecteren om meer filters toe te passen op de objecten die u in de weergave wilt opnemen. Wellicht moet u de criteria verder verfijnen in het vak Criteriumbeschrijving.

  5. Klik op het tabblad Weergave. Standaard worden alle kolommen in de statusweergave weergegeven. Klik op een of meer kolommen die u niet wilt weergeven om ze te deselecteren. Kies de manier waarop u de objecten in uw weergave wilt sorteren in Kolommen sorteren op.

  6. Klik op OK om de weergave te maken.

Een prestatieweergave maken

Prestatieweergaven gebruiken de gegevens die zijn opgeslagen in de operationele database. Een prestatieweergave kan alleen prestatiemeteritems weergeven die door een management pack worden verzameld. Operations Manager verzamelt niet alle prestatiemeteritems.

Prestatieweergave maken

  1. Klik op Mijn werkruimte in de Operations-console.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de map waar u de weergave wilt opslaan, wijs Nieuw aan en klik op Prestatieweergave.

  3. Typ in het dialoogvenster Eigenschappen van de prestatieweergave een naam en omschrijving voor de weergave. (De beschrijving is optioneel.)

  4. Stel criteria in om de weer te geven prestatiegegevens te identificeren:

    1. Identificeer een klasse of groep voor prestatiegegevens. Selecteer bijvoorbeeld UNIX-computer in de lijst Gegevens weergeven voor om een prestatieweergave te maken voor UNIX- of Linux-computers. Zie Richtlijnen voor het instellen van een bereik en doelen voor weergaven voor meer informatie.

    2. Selecteer de voorwaarden die de inhoud van de weergave definiëren. Er is een aantal verschillende voorwaarden waaruit u kunt kiezen. Selecteer bijvoorbeeld voor de prestatieweergave voor UNIX- of Linux-computers verzameld door specifieke regels in de lijst Voorwaarden selecteren.

    3. Verfijn de criteriumbeschrijving door op de onderstreepte tekst in het vak Criteriumbeschrijving te klikken.

      Klik voor de voorwaarde verzameld door specifieke regels op specifiek. Selecteer in het venster Regels selecteren een prestatieverzamelingsregel en klik op OK.

    Notitie

    U kunt meerdere criteria toevoegen om de weergave aan uw behoeften aan te passen.

  5. Pas het uiterlijk van de waarschuwingsweergave aan op het tabblad Weergave. U kunt het weer te geven grafiektype, de periode die grafiek moet bevatten en de weergaveopties voor de X- en Y-as opgeven.

  6. Klik op OK om de weergave te maken.

Een diagramweergave maken

In Operations Manager wordt een sjabloon gebruikt om de lay-out van de gegevens in een diagramweergave te bepalen. U kunt een bestaande sjabloon kiezen of een eigen sjabloon maken. Als u een eigen sjabloon maakt, configureert u de lay-out van de weergave tijdens het maken van de weergave.

Diagramweergave maken

  1. Klik op Mijn werkruimte in de Operations-console.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de map waar u de weergave wilt opslaan, wijs Nieuw aan en klik op Diagramweergave.

  3. Typ in het dialoogvenster Eigenschappen van de diagramweergave een naam en omschrijving voor de weergave. (De beschrijving is optioneel.)

  4. Klik op Bladeren. Klik in het dialoogvenster Object selecteren op de groep voor het type objecten dat u in de diagramweergave wilt opnemen en klik op OK. Zie Richtlijnen voor het instellen van een bereik en doelen voor weergaven voor meer informatie.

  5. Klik op Uw eigen sjabloon maken om een lay-out voor de diagramweergave te ontwerpen.

  6. Als u de standaardinstellingen voor de diagramweergave wilt accepteren, klikt u op Maken. Als u de standaardinstellingen wilt wijzigen, gaat u door met deze procedure.

  7. Typ op het tabblad Diagrameigenschappen een getal in Weer te geven niveaus voor het aantal gerelateerde klassen en subklassen dat u in uw weergave wilt tonen. Dit getal is inclusief de klasse op het hoogste niveau. Klik bij Indelingsrichting op de pijl omlaag om een lijst met weergaveopties voor de objecten in uw weergave te zien. Met Noord Zuid worden de objecten in een verticale opstelling weergegeven, en met Oost West naast elkaar.

  8. Klik op het tabblad Objecteigenschappen. Klik op Vakken als u de gerelateerde objecttypen en onderliggende objecttypen wilt afbakenen door ze op te nemen in een vak. U kunt ook de instelling Knooppunten per rij aanpassen om te bepalen hoeveel van de gerelateerde objecttypen moeten worden vermeld voordat er een nieuwe rij wordt gestart.

  9. Kies op het tabblad Lijneigenschappen de opmaak voor de lijnen van de vakken in het diagram met behulp van de instellingen bij Containment-lijn. Kies de opmaak voor objecten die die in vakken worden gegroepeerd met de instellingen bij Geen containment-lijn. Klik op Maken.

Een taakstatusweergave maken

De taakstatusweergave in Operations Manager lijkt in zoverre op de meeste andere weergavetypen, dat u het tabblad Criteria in het dialoogvenster Eigenschappen gebruikt om te definiëren welke objecten u in de weergave wilt opnemen. Vervolgens gebruikt u het tabblad Weergave om de manier aan te passen waarop de gegevens er in uw weergave uitzien. Elke sectie van het tabblad Criteria voegt een extra filter aan uw weergave toe.

Taakstatusweergave maken

  1. Klik op Mijn werkruimte in de Operations-console.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de map waar u de weergave wilt opslaan, wijs Nieuw aan en klik op Taakstatusweergave.

  3. Typ in het dialoogvenster Eigenschappen van de taakstatusweergave een naam en omschrijving voor de weergave. (De beschrijving is optioneel.)

  4. Klik op het tabblad Criteria op het weglatingsteken (...) bij het vak Gegevens weergeven voor. In het dialoogvenster Een doelklasse selecteren wordt een lijst weergegeven met de objecttypen die beschikbaar zijn in uw beheergroep. Klik om het objecttype te selecteren dat het best overeenkomt met de objecten die u wilt bekijken, en klik op OK. Zie Richtlijnen voor het instellen van een bereik en doelen voor weergaven voor meer informatie.

    Het objecttype dat u selecteert, wordt vermeld in het vak Gegevens weergeven voor. Als u de weergave verder wilt toespitsen, kunt u ook op het weglatingsteken (...) bij Gegevens in een specifieke groep weergeven klikken. Klik op een groep om de in de weergave getoonde objecten te filteren en klik op OK.

    Notitie

    Als u het gewenste objecttype niet ziet, klikt u op Alle doelen weergeven en typt u een of meer woorden in Zoeken om de weergegeven lijst te filteren.

  5. Gebruik de beschikbare selectievakjes om afzonderlijke criteria te selecteren om meer filters toe te passen op de objecten die u in de weergave wilt opnemen. Wellicht moet u de criteria verder verfijnen in het vak Criteriumbeschrijving.

  6. Klik op het tabblad Weergave. Standaard worden alle kolommen in de statusweergave weergegeven. Klik op een of meer kolommen die u niet wilt weergeven om ze te deselecteren. Kies de manier waarop u de objecten in uw weergave wilt sorteren in Kolommen sorteren op.

  7. Klik op OK om de weergave te maken.

Een webpaginaweergave maken

U kunt een weergave maken die een bepaalde webpagina weergeeft. Zo kunt u een webpaginaweergave maken die wijst naar https://social.technet.microsoft.com/Forums/category/systemcenteroperationsmanager, waardoor de communityforums voor Operations Manager voor u beschikbaar worden binnen de Operations-console. U kunt de webpagina's in een webpaginaweergave op dezelfde manier gebruiken als in een internetbrowser.

Een webpaginaweergave maken

  1. Klik op Mijn werkruimte in de Operations-console.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de map waar u de weergave wilt opslaan, wijs Nieuw aan en klik op Webpaginaweergave.

  3. Geef een naam en beschrijving op voor de weergave. (De beschrijving is optioneel.)

  4. Geef in het veld Doelwebsite de URI op voor de webpagina die in de weergave moet worden weergegeven. U kunt een internet- of intranetadres opgeven.

    Notitie

    De opgegeven webpagina wordt alleen in de webweergave weergegeven op computers die toegang hebben tot die webpagina. Als u bijvoorbeeld een webpaginaweergave maakt die verwijst naar de System Center-pagina op Microsoft.com, wordt in een Operations-console op een computer zonder internettoegang niet de juiste webpagina weergegeven in die webpaginaweergave.

  5. Klik op OK.

Een dashboardweergave maken

U kunt zowel in de Operations Manager-webconsole als in de Operations-console dashboardweergaven maken.

System_CAPS_security Beveiliging Opmerking

Als voor een dashboardweergave gegevens uit de datawarehousedatabase worden gebruikt, kunnen operators mogelijk gegevens zien waartoe ze anders geen toegang zouden hebben in weergaven waarin gegevens uit de operationele database worden gebruikt.

U kunt dashboardweergaven gebruiken om meerdere typen gegevens in één weergave te presenteren. U kiest een stroomindeling, die uit meerdere kolommen bestaat, of een rasterindeling, die uit meerdere cellen bestaat. In de rasterindeling geeft u ook de indeling van de cellen op.

Als u een dashboardweergave met een stroomindeling maakt, kunt u het aantal kolommen later wijzigen. Als u een dashboardweergave met een rasterindeling maakt, kunt u de indeling later wijzigen, maar niet het aantal cellen.

Voor beide indelingen geldt dat u, nadat u de dashboardweergave hebt gemaakt, widgets toevoegt waarin specifieke typen gegevens worden weergegeven.

Notitie

Een kolom of cel in een dashboardweergave kan een widget of een andere dashboardweergave bevatten.

Operations Manager bevat de volgende widgets:

  • Status

  • Prestatie

  • Waarschuwing

Er kunnen aanvullende widgets worden geleverd door management packs.

In widgets in een dashboardweergave kunnen gegevens voor een bepaalde doelklasse of groep objecten worden weergegeven. Om de dashboardweergave die u gaat maken te ondersteunen, moet u eerst een groep maken die een set computers of objecten bevat die moeten worden opgenomen in de weergegeven gegevens.

Notitie

Als u een dashboardweergave maakt die een widget bevat waarin gegevens worden weergegeven voor een doelklasse die instanties bevat (een niet-singleton-klasse), kan die dashboardweergave niet in andere beheergroepen worden geïmporteerd.

U kunt ook een dashboardweergave op serviceniveau maken om gegevens te traceren voor serviceniveaudoelstellingen die u maakt. Zie Een dashboard voor serviceniveaus maken voor meer informatie.

Een dashboardweergave maken

  1. Klik op Mijn werkruimte in de Operations-console.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de map waar u de weergave wilt opslaan, wijs Nieuw aan en klik op Dashboardweergave.

  3. Klik in de wizard Nieuwe instantie op de pagina Sjabloon op Stroomindeling of Rasterindeling en klik vervolgens op Volgende.

  4. Geef op de pagina Algemene eigenschappen een naam op voor de dashboardweergave. De beschrijving is optioneel. Klik op volgende.

  5. Voor een rasterindeling kiest u op de pagina Indeling selecteren het aantal cellen dat moet worden weergeven en de indelingssjabloon voor de cellen. Welke indelingssjablonen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het geselecteerde aantal cellen. Klik op volgende.

    Voor een stroomindeling selecteert u op de pagina Het aantal kolommen voor de stroomindeling opgeven het aantal kolommen dat moet worden weergegeven. Klik op volgende.

  6. Controleer de instellingen op de pagina Samenvatting en klik vervolgens op Maken.

  7. Klik op Sluiten.

De dashboardweergave die u hebt gemaakt, wordt weergegeven. Vervolgens configureert u de kolommen of cellen in de dashboardweergave.

Widgets toevoegen aan een dashboardweergave

  1. Klik in een cel of kolom van een dashboardweergave op Klik om widget toe te voegen.

  2. Selecteer in de wizard Nieuwe instantie, op de pagina Sjabloon, een van de beschikbare sjablonen. De wizardpagina's voor de stroomindelings- en rasterindelingssjablonen zijn hetzelfde als in de procedure voor een nieuwe dashboardweergave. De volgende stappen bevatten instructies voor de andere widgetsjablonen.

    Widget Waarschuwing:

    1. Geef op de pagina Algemene eigenschappen een naam op voor de widget. De beschrijving is optioneel. Klik op volgende.

    2. Selecteer op de pagina Het bereik opgeven een groep of object en klik vervolgens op Volgende. Zie Richtlijnen voor het instellen van een bereik en doelen voor weergaven voor meer informatie.

    3. Gebruik op de pagina De criteria opgeven de selectievakjes voor ernst, prioriteit en oplossingsstatus om de criteria voor de weer te geven gegevens te selecteren, en klik vervolgens op Volgende.

    4. Selecteer op de pagina Weergeven de kolommen die u wilt weergeven. U kunt ook de sorteervolgorde configureren en hoe u de gegevens wilt groeperen. Klik op volgende.

    5. Controleer de instellingen op de pagina Samenvatting en klik vervolgens op Maken.

    6. Klik op Sluiten.

    Widget Prestatie:

    1. Geef op de pagina Algemene eigenschappen een naam op voor de widget. De beschrijving is optioneel. Klik op volgende.

    2. Selecteer op de pagina Het bereik en de tellers opgeven een groep of object. Zie Richtlijnen voor het instellen van een bereik en doelen voor weergaven voor meer informatie.

    3. Klik op de pagina Het bereik en de tellers opgeven op Toevoegen.

    4. Gebruik in het dialoogvenster Prestatiemeteritems selecteren de vervolgkeuzemenu's Object, Teller en Instantie om de prestatiemeteritems te filteren die worden vermeld in Beschikbare items. Selecteer prestatiemeteritems uit de lijst Beschikbare items, klik op Toevoegen en klik vervolgens op OK.

      Notitie

      De beschikbare prestatiemeteritems zijn gericht op de groep die of het object dat u hebt geselecteerd in Een groep of object selecteren.

    5. Klik op volgende.

    6. Selecteer op de pagina Tijdsbereik het tijdsbereik voor de gegevens en klik op Volgende.

    7. Selecteer op de pagina De grafiekvoorkeuren opgeven de items die weergegeven moeten worden in de prestatiegrafiek. Met de pijl-omhoog en pijl-omlaag kunt u de volgorde van de items wijzigen. Voor de verticale as kunt u Automatisch selecteren of handmatig de minimum- en maximumwaarde configureren. Klik op Volgende.

    8. Controleer de instellingen op de pagina Samenvatting en klik vervolgens op Maken.

    9. Klik op Sluiten.

    Widget Status:

    1. Geef op de pagina Algemene eigenschappen een naam op voor de widget. De beschrijving is optioneel. Klik op volgende.

    2. Klik op Toevoegen op de pagina Het bereik opgeven.

    3. Klik in het venster Groepen of objecten toevoegen op de groepen of objecten in Beschikbare items en klik op Toevoegen. Klik vervolgens op OK.

    4. In Een klasse selecteren om het bereik van de leden van de opgegeven groepen te definiëren kunt u de geselecteerde klasse wijzigen. (Standaard is object geselecteerd.) Klik op volgende.

    5. Gebruik op de pagina De criteria opgeven de selectievakjes voor status om de criteria voor de weer te geven gegevens te selecteren, en klik vervolgens op Volgende.

      Notitie

      U kunt er ook voor kiezen om alleen objecten in de onderhoudsmodus weer te geven.

    6. Selecteer op de pagina Weergeven de kolommen die u wilt weergeven. U kunt ook de sorteervolgorde configureren en hoe u de gegevens wilt groeperen. Klik op volgende.

    7. Controleer de instellingen op de pagina Samenvatting en klik vervolgens op Maken.

Een weergave met een samenvatting van onderdrukkingen maken

U kunt een weergave met een samenvatting van onderdrukkingen alleen maken in Mijn werkruimte.

U kunt alle regel- en monitoronderdrukkingen weergeven in een weergave met een samenvatting van onderdrukkingen. De weergave Samenvatting van onderdrukkingen kan voor zowel verzegelde als niet-verzegelde management packs worden gebruikt.

Een weergave met een samenvatting van onderdrukkingen maken

  1. Klik op Mijn werkruimte in de Operations-console.

  2. Klik met de rechtermuisknop op de locatie waar u de weergave wilt opslaan, wijs Nieuw aan en klik vervolgens op Overschrijft overzichtsweergave.

  3. Typ in het dialoogvenster Eigenschappen van de weergave met een samenvatting van onderdrukkingen een naam en beschrijving voor de weergave. (De beschrijving is optioneel.)

  4. Stel criteria in om de weer te geven prestatiegegevens te identificeren:

    1. Identificeer een klasse of groep voor prestatiegegevens. Als u bijvoorbeeld een weergave met een samenvatting van onderdrukkingen wilt maken voor alle System Center-agents, selecteert u Agent in de lijst Gegevens weergeven voor. Zie Richtlijnen voor het instellen van een bereik en doelen voor weergaven voor meer informatie.

    2. Selecteer de voorwaarden die de inhoud van de weergave definiëren.

    3. Verfijn de criteriumbeschrijving door op de onderstreepte tekst in het vak Criteriumbeschrijving te klikken.

    Notitie

    U kunt meerdere criteria toevoegen om de weergave aan uw behoeften aan te passen.

  5. Pas het uiterlijk van de waarschuwingsweergave aan op het tabblad Weergave.

  6. Klik op OK om de weergave te maken.