Installatiemethoden voor Operations Manager-agents

Een Operations Manager-agent is een service die op een computer is geïnstalleerd. De agent verzamelt gegevens, vergelijkt steekproefgegevens met vooraf gedefinieerde waarden, maakt waarschuwingen en voert reacties uit. Een beheerserver ontvangt en distribueert configuraties naar agents op bewaakte computers. U kunt verschillende methoden gebruiken om een Operations Manager-agent op een computer te installeren.

• U kunt de wizard Detectie in de Operations-console gebruiken. Dit wordt ook wel een push-installatie genoemd. (Alle andere methoden worden beschouwd als handmatige installaties.) Deze methode werkt voor computers met Windows-, UNIX- en Linux-besturingssystemen.

• U kunt de wizard Setup uitvoeren vanaf het installatiemedium van Operations Manager en de agent rechtstreeks op een computer met Windows installeren.

• U kunt een agent rechtstreeks installeren op een computer met Windows-, UNIX- en Linux-besturingssystemen door een opdrachtregel te gebruiken.

Als u de agent wilt installeren met de wizard Detectie, moeten de firewallpoorten op de door agents beheerde computers zijn geopend. U moet ook een account hebben dat een lokale beheerder is op de computer waarop u de agent wilt installeren.

Agents die worden geïnstalleerd met de wizard Detectie, kunnen worden beheerd vanuit de Operations-console, zoals voor het bijwerken van agentversies, het toepassen van patches en het configureren van de beheerserver waarnaar de agent rapporteert.

Als u de agent installeert met een handmatige methode, moeten updates op de agent ook handmatig worden uitgevoerd. U kunt Active Directory-integratie gebruiken om agents aan beheergroepen toe te wijzen. Zie Active Directory en Operations Manager integreren voor meer informatie.