Technische naslag voor het hulpprogramma voor hiërarchie-onderhoud (Preinst.exe) in Configuration Manager

 

Van toepassing op: System Center 2012 Configuration Manager, System Center 2012 Configuration Manager SP1, System Center 2012 Configuration Manager SP2, System Center 2012 R2 Configuration Manager, System Center 2012 R2 Configuration Manager SP1

Het hiërarchie-onderhoud-hulpprogramma (Preinst.exe) geeft opdrachten door aan de Configuration Manager-hiërarchiebeheerder terwijl de hiërarchiebeheerder-services uitgevoerd worden. Het hiërarchie-onderhoud-hulpprogramma wordt automatisch geïnstalleerd wanneer u een Configuration Manager-site installeert. U kunt Preinst.exe vinden in de \\<SiteServerName>\SMS_<SiteCode\bin\X64\00000409 gedeelde map op de siteserver.

U kan het hiërarchieonderhoud-hulpprogramma gebruiken in de volgende scenario's:

  • Wanneer uitwisseling van een beveiligde sleutel vereist is, zijn er situaties waarin u handmatig de initiële uitwisseling van de openbare sleutel tussen sites moet uitvoeren. Voor meer informatie, zie Handmatig uitwisselen van openbare sleutels tussen sites in dit onderwerp.

  • Om actieve jobs te verwijderen die voor een doelsite zijn die niet langer beschikbaar is.

  • Om een siteserver te wissen van de Configuration Manager-console wanneer u niet in staat bent om de site te verwijderen door gebruik te maken van Setup. Indien u bijvoorbeeld een Configuration Manager-site fysiek verwijdert zonder eerst Setup uit te voeren om de site te verwijderen, zal de informatie van de site nog bestaan in de database van de bovenliggende site en de bovenliggende site zal blijven proberen om te communiceren met de onderliggende site. Om deze kwestie op te lossen, moet u het hiërarchieonderhoud-hulpprogramma uitvoeren en handmatig de onderliggende site verwijderen van de bovenliggende database.

  • Om alle Configuration Manager-services te stoppen op een site zonder de services afzonderlijk te moeten stoppen.

  • Wanneer u een site herstelt, kunt u de CHILDKEYS-optie gebruiken om de openbare sleutels te verdelen van meerdere onderliggende site naar de herstellende site.

Om het hiërarchieonderhoud-hulpprogramma uit te voeren, moet de huidige gebruiker beheerderrechten hebben op de lokale computer. De gebruiker moet ook expliciet het sitebeheerderrecht hebben; het is niet voldoende dat de gebruiker dit recht erft door een lid te zijn van een groep die deze machtiging heeft.

Opdrachtregelopties voor het hiërarchieonderhoud-hulpprogramma

Wanneer u het hiërarchieonderhoud-hulpprogramma gebruikt, moet u het lokaal uitvoeren op de contrale beheersite, de primaire site of de secundaire siteserver.

Wanneer u het hiërarchieonderhoud-hulpprogramma gebruikt, moet u de volgende syntax gebruiken: preinst.exe/<option>. De volgende tabel beschrijft de beschikbare opdrachtregelopties.

Parameter in opdrachtregel

Beschrijving

/DELJOB <SiteCode>

Gebruik deze optie op een site om alle taken of opdrachten te wissen vanaf de huidige site tot de gespecificeerde doelsite.

/DELSITE <ChildSiteCodeToRemove>

Gebruik deze optie op een bovenliggende site om de gegevens te wissen van onderliggende sites vanaf de sitedatabase van de bovenliggende site. U gebruikt deze optie typisch als een siteservercomputer buiten bedrijf gesteld wordt vóór u de site ervan verwijdert.

Notitie

De /DELSITE-optie maakt de installatie van de site op de computer, opgegeven door de ChildSiteCodeToRemove-paramter, niet ongedaan. Deze optie verwijdert alleen de site-informatie van de Configuration Manager-sitedatabase.

/DUMP <SiteCode>

Gebruik deze optie op de lokale siteserver om sitebeheerinstallatiekopieën te schrijven naar de hoofdmap van het station waarop de site is geïnstalleerd. U kunt een specifieke sitebeheerinstallatiekopie schrijven naar de map of naar alle sitebeheerbestanden in de hiërarchie schrijven.

  • /DUMP <SiteCode> schrijft de sitebeheerinstallatiekopie enkel voor de opgegeven site.

  • /DUMP schrijft de sitebesturingsbestanden voor alle sites.

Een installatiekopie is een binaire voorstelling van het sitebeheerbestand, dat opgeslagen is in de Configuration Manager-sitedatabase. De gedumpte installatiekopie van het sitebeheerbestand is een som van de basisinstallatiekopie plus de hangende installatiekopieën van de verschillen.

Ne het dumpen van een installatiekopie van een sitebeheerbestand met het hiërarchieonderhoud-hulpprogramma, is de bestandsnaam in het formaat sitectrl_<SiteCode>.ct0.

/STOPSITE

Gebruik deze optie op de lokale siteserver om een afsluitcyclus te initiëren voor de Configuration Manager-beheer-van- siteonderdelen-service, die de site gedeeltelijk terugzet. Wanneer deze afsluitcyclus uitgevoerd wordt, worden sommige Configuration Manager-services op een siteserver en zijn externe sitesystemen stopgezet. Deze services zijn gemarkeerd voor opnieuw installeren. Tengevolge van deze afsluitcyclus, worden sommige wachtwoorden automatisch gewijzigd wanneer de services worden geïnstalleerd.

Notitie

Indien u een registratie wilt zien van afsluiten, herinstallatie en wachtwoordwijzigingen voor beheer van siteonderdelen, schakel dan de logboekregistratie in voor dit onderdeel door deze opdrachtregeloptie te gebruiken.

Nadat de afsluitcyclus gestart is, loopt hij automatisch, waarbij hij niet-reagerende componenten of computers overslaat. Als de Beheer-van-siteonderdelen-service evenwel geen toegang kan krijgen tot een extern sitesysteem tijdens de afsluitcyclus, worden de onderdelen die zijn geïnstalleerd op het externe sitesysteem opnieuw geïnstalleerd wanneer de Beheer-van-de-siteonderdelen-service is gestart. Wanneer hij gestart is, probeert de Beheer-van-siteonderdelen-service herhaaldelijk de herinstallatie van alle services die gemarkeerd zijn voor herinstallatie, totdat hij erin slaagt.

U kunt de Beheer-van-siteonderdelen-service opnieuw starten door gebruik te maken van sitebeheer. Nadat hij opnieuw gestart is, worden alle beïnvloede services verwijderd, opnieuw geïnstalleerd en opnieuw opgestart. Nadat u de /STOPSITE-optie gebruikt om de afsluitcyclus te initiëren, kunt u de cycli voor herinstallatie niet vermijden nadat de Beheer-van-siteonderdelen-service opnieuw gestart is.

/KEYFORPARENT

Gebruik deze optie op een site om de openbare sleutel van de site te verdelen naar een bovenliggende site.

De /KEYFORPARENT-optie plaatst de openbare sleutel van de site in het bestand <SiteCode>.CT4 aan de basis van het station voor programmabestanden. Kopieer, nadat u preinst.exe hebt uitgevoerd met deze optie, het <SiteCode>.CT4-bestand naar de map …\Inboxes\hman.box van de bovenliggende site (niet hman.box\pubkey).

/KEYFORCHILD

Gebruik deze optie op een site om de openbare sleutel van de site te verdelen naar een onderliggende site.

De /KEYFORPARENT-optie plaatst de openbare sleutel van de site in het bestand <SiteCode>.CT5 aan de basis van het station voor programmabestanden. Kopieer, nadat u preinst.exe hebt uitgevoerd met deze optie, het <SiteCode>.CT5-bestand naar de map …\Inboxes\hman.box van de bovenliggende site (niet hman.box\pubkey).

/CHILDKEYS

U kunt deze optie gebruiken op de onderliggende sites van een site die u herstelt. Gebruik deze optie om publieke sleutels te verdelen van meerdere onderliggende sites naar de herstellende site.

De /CHILDKEYS-optie plaatst de sleutel van de site waar u deze optie uitvoert, en van alle openbare sleutels van de onderliggende sleutels van deze site, in het bestand <SiteCode>.CT6.

Kopieer, nadat u preinst.exe hebt uitgevoerd met deze optie, het <SiteCode>.CT6-bestand naar de map …\Inboxes\hman.box van de bovenliggende site (niet hman.box\pubkey).

/PARENTKEYS

U kunt deze optie gebruiken op de bovenliggende sites van een site die u herstelt. Gebruik deze optie om publieke sleutels te verdelen van meerdere bovenliggende sites naar de herstellende site.

De /PARENTKEYS-optie plaatst de sleutel van de site waar u deze optie uitvoert, en van alle openbare sleutels van de bovenliggende sleutels van deze site, in het bestand <SiteCode>.CT7.

Kopieer, nadat u preinst.exe hebt uitgevoerd met deze optie, het <SiteCode>.CT7-bestand naar de map …\Inboxes\hman.box van de bovenliggende site (niet hman.box\pubkey).

Handmatig uitwisselen van openbare sleutels tussen sites

Standaard is de optie Verzoek om beveiligde sleuteluitwisseling ingeschakeld voor Configuration Manager-sites. Wanneer uitwisseling van een beveiligde sleutel vereist is, zijn er twee situaties waarin u handmatig de initiële uitwisseling van de openbare sleutel tussen sites moet uitvoeren:

  • indien het Active Directory-schema niet uitgebreid werd voor Configuration Manager

  • Configuration Manager sites die geen sitegegevens publiceren naar Active Directory

U kunt het hiërarchieonderhoud-hulpprogramma gebruiken om de openbare sleutels te exporteren voor elke site. Eenmaal ze geëxporteerd werden, moet u handmatig de sleutels tussen de sites uitwisselen.

Notitie

Nadat de openbare sleutels handmatig uitgewisseld zijn, kunt u het hman.log logboekbestand controleren, dat siteconfiguratie-wijzigingen registreert evenals publicatie van site-informaties naar Active Directory Domain Services, op de bovenliggende siteserver om te verzekeren dat de primaire site de nieuwe openbare sleutel verwerkt heeft.

Handmatig de openbare sleutel van de onderliggende site overdragen naar de bovenliggende site

  1. Open, terwijl u aangemeld bent op de onderliggende site, een opdrachtregel en navigeer naar de locatie van Preinst.exe.

  2. Typ het volgende als u wilt de openbare sleutel van de onderliggende site exporteren: Preinst/keyforparent

  3. De /keyforparent-optie plaatst de openbare sleutel van de site in het bestand <SiteCode>.CT4 aan de basis van het systeemstation.

  4. Verplaats het <site code>.CT4-bestand naar de <installeer map>\inboxes\hman.box-map van de bovenliggende site.

Handmatig de openbare sleutel van de bovenliggende site overdragen naar de onderliggende site

  1. Open, terwijl u aangemeld bent op de bovenliggende site, een opdrachtregel en navigeer naar de locatie van Preinst.exe.

  2. Typ het volgende voor het exporteren van de openbare sleutel van de bovenliggende site: Preinst/keyforchild.

  3. De /keyforvhild-optie plaatst de openbare sleutel van de site in het bestand <SiteCode>.CT5 aan de basis van het systeemstation.

  4. Verplaats het <site code>.CT5-bestand naar de <installeer map>\inboxes\hman.box-map op de onderliggende site.