Share via


Microsoft Application Virtualization Management System Opmerkingen bij de release

Van toepassing op: Application Virtualization

Druk op CTRL+F als u in deze opmerkingen bij de release wilt zoeken.

Belangrijk

Lees deze Opmerkingen bij de release aandachtig door voordat u het Application Virtualization Management System installeert. Deze Opmerkingen bij de release bevatten informatie die u nodig hebt om het Application Virtualization Management System succesvol te installeren. Dit document bevat informatie die niet beschikbaar is in de productdocumentatie. Als informatie in deze Opmerkingen bij de release afwijkt van andere documentatie bij het Application Virtualization Management System, moet de laatste wijziging als correct worden beschouwd. Deze Opmerkingen bij de release vervangen de inhoud bijgeleverd bij dit product.

Raapleeg voor de laatste informatie over bekende problemen de Microsoft TechNet Library op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=122918.

Over Microsoft Application Virtualization 4.5 Cumulatieve Update 1

Deze Opmerkingen bij de release zijn bijgewerkt met de laatste wijzigingen die werden geïntroduceerd bij de Microsoft Application Virtualization 4.5 Cumulatieve Update 1 (App-V 4.5 CU1), die de laatste wijzigingen bevat in Application Virtualization (App-V) 4.5. Deze cumulatieve update bevat de volgende wijzigingen:

  • Ondersteuning voor Windows 7 Bèta en Windows Server 2008 R2 Bèta: In App-V 4.5 CU1 zijn compatibiliteitsproblemen met Windows 7 Beta en Windows Server 2008 R2 Beta verholpen. Er zal ondersteuning worden geboden bij pertinente problemen die verhinderen dat App-V 4.5 CU1 in een testomgeving op bètaversies van Windows 7 kan worden uitgevoerd. Dit draagt bij aan zeker stellen dat uw virtuele toepassingen succesvol uitgevoerd kunnen worden in een testomgeving, waarin compatibiliteit tussen App-V 4.5 Client en Windows 7 Bèta wordt vereist.

    Belangrijk

    Het uitvoeren van App-V 4.5 CU1 in iedere versie van Windows 7 of Windows Server 2008 R2 in een live besturingsomgeving wordt niet ondersteund.

  • Verbeterde ondersteuning voor het sequentiëren van het .NET Framework: App-V 4.5 CU1 verhelpt bestaande problemen met het sequentiëren van .NET Framework 3.5 en lager in Windows XP (SP2 of hoger). Raadpleeg voor meer informatie over de nieuwe mogelijkheden het volgende artikel op TechNet op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=123412.

  • Klantenfeedback en hotfixpakket: App-V 4.5 CU1 bevat ook een pakket met correcties (fixes) van problemen die gevonden zijn sinds de App-V 4.5 RTM-release. Dit omvat een combinatie van bekende problemen en klantenfeedback van onze interne teams, partners en klanten die App-V 4.5 gebruiken. Raadpleeg voor een volledige lijst van de opgenomen updates het volgende KB-artikel op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=141258.

Over de productdocumentatie

Allesomvattende documentatie voor Application Virtualization (App-V) is beschikbaar op het Microsoft TechNet in het Application Virtualization (App-V) TechCenter op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=122939. De TechNet-documentatie bevat de online Help voor de Application Virtualization Sequencer, de Application Virtualization Client en de Application Virtualization Server. Daarnaast bevat het de Engelstalige handleidingen: Application Virtualization Planning and Deployment Guide en de Application Virtualization Operations Guide.

Beveiligen tegen zwakke plekken in beveiliging en virussen

Als beveiligingsmaatregel tegen zwakke plekken in de beveiliging en virussen is het belangrijk om de laatste beveiligingsupdates te installeren voor alle nieuwe software die u gaat installeren. Raadpleeg voor meer informatie de website van Microsoft op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=3482.

Feedback geven

U kunt feedback geven, een suggestie doen of een probleem melden met het Microsoft Application Virtualization (App-V) Management System via een communityforum op het Microsoft Application Virtualization TechCenter (https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=122917).

U kunt ook rechtstreeks feedback geven over de documentatie aan het App-V-documentatieteam. Stuur uw feedback over de documentatie naar appvdocs@microsoft.com.

Bekende problemen met Application Virtualization 4.5 CU1

In deze sectie wordt de meest actuele informatie gegeven over problemen met Microsoft Application Virtualization (App-V) 4.5 CU1. Deze problemen komen niet voor in de productdocumentatie en kunnen in sommige gevallen de bestaande productdocumentatie tegenspreken. Indien mogelijk zullen deze problemen in latere releases worden verholpen.

Aanwijzingen voor het installeren van App-V 4.5 CU1 en het bijwerken van clients naar App-V 4.5 CU1 met setup.msi

Bij het installeren van App-V 4.5 CU1 of bij het bijwerken van uw App-V-clients naar App-V 4.5 CU1 met setup.msi, worden de vereiste items niet automatisch geïnstalleerd.

TIJDELIJKE OPLOSSING  U moet de vereiste items handmatig installeren voordat u App-V 4.5 CU1 installeert of de App-V-client naar 4.5 CU1 bijwerkt. Ga voor gedetailleerde informatie over de installatieprocedures van de vereiste items en de App-V-client naar https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=144106.

Zodra deze procedures zijn voltooid, installeert u de App-V 4.5 CU1-client door gebruik te maken van setup.msi met verhoogde bevoegdheden. Dit bestand kunt u vinden op het medium van release App-V 4.5 CU1 in de map Installers\Client.

Wanneer u Microsoft Application Error Reporting installeert, moet u de volgende opdracht gebruiken als u App-V 4.5 CU1 installeert of de bureaubladclient naar App-V 4.5 CU1 bijwerkt:

    msiexec /i dw20shared.msi APPGUID={FE495DBC-6D42-4698-B61F-86E655E0796D}  allusers=1 reboot=suppress REINSTALL=all REINSTALLMODE=vomus

Als u App-V 4.5 CU1 echter installeert of de Terminal Services-client naar App-V 4.5 CU1 bijwerkt, moet u de volgende opdracht gebruiken:

    msiexec /i dw20shared.msi APPGUID={8A97C241-D92A-47DC-B360-E716C1AAA929} allusers=1 reboot=suppress REINSTALL=all REINSTALLMODE=vomus

Notitie

De parameter APPGUID verwijst naar de productcode van de App-V-client die u installeert of de App-V-versie waarnaar u de client bijwerkt. De productcode is voor iedere setup.msi uniek. U kunt de Orca-database-editor of een soortgelijk programma gebruiken om de Windows Installer-bestanden te bekijken en de productcode vast te stellen. Deze stap moet u telkens wanneer u App-V 4.5 CU1 installeert of clients naar App-V 4.5 CU1 bijwerkt uitvoeren.

Mogelijk kan een aantal toepassingen niet worden geïnstalleerd tijdens de controlefase wanneer er in Windows 7 Bèta wordt gesequentieerd

Bij het sequentiëren in Windows 7 Bèta of op een computer met Windows Installer 5.0, kan het gebeuren dat een aantal toepassingen niet kan worden geïnstalleerd tijdens de controlefase.

TIJDELIJKE OPLOSSING U moet de groep Iedereen het machtigingsniveau Volledig beheer toewijzen voor de volgende registersleutel:

    HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Microsoft\SoftGrid\4.5\SystemGuard

Belangrijk

U moet de knop Geavanceerd gebruiken om de optie “Overneembare machtigingen van het bovenliggende object opnemen” in te schakelen.

Pakketten kunnen niet worden opgeslagen tijdens het sequentiëren in Windows 7 Bèta

Tijdens het sequentiëren in Windows 7 Bèta kan het zijn dat u uw gesequentieerde pakket niet kunt opslaan wegens een fout bij het delen.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Zoals u kunt lezen in de sectie Best practices van de Microsoft Application Virtualization 4.5 Sequencing Guide (zie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=144108), moet u de volgende softwareprogramma's afsluiten en uiteschakelen voordat u begint met sequentiëren:

  • Windows Defender

  • Antivirussoftware

  • Schijfdefragmentatiesoftware

  • Windows Search

  • Alle geopende Windows Explorer-sessies

Ten slotte, als u Microsoft Update uitvoert op het station waarop u een toepassing sequentieert om updates op te halen tijdens het bijwerken van het pakket, moet u “C:\Windows\SoftwareDistribution” toevoegen als VFS-uitsluiting voordat u begint met het sequentiëren van de desbetreffende toepassing.

Verbeterde prestaties bij het sequentiëren van het .NET Framework:

Wanneer u het .NET Framework sequentieert, kan het zijn dat u te maken krijgt met verminderde systeemprestaties omdat de Microsoft .NET Framework NGEN-service assembly's probeert te voor te compileren als achtergrondtaak.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Wanneer u het .NET Framework sequentieert, moet u de Microsoft .NET Framework NGEN-service (mscorsvw.exe) uitschakelen nadat de controlefase is voltooid. Ga naar het tabblad Virtuele services van Microsoft Application Virtualization Sequencer en schakel het opstarttype uit.

Interoperabiliteitsproblemen met de Windows 7-taakbalk

Wanneer u de Application Virtualization Client in Windows 7 uitvoert, vouwt de taakbalk in Windows 7 meerdere instanties van een virtuele toepassing niet samen tot een enkele taakbalkknop. Bovendien verschijnen er geen Jump Lists wanneer u met de rechtermuisknop op een taakbalkknop van een virtuele toepassing klikt, tenzij de toepassing is vastgemaakt aan de taakbalk van Windows 7.

Wanneer u de installatie van Microsoft Application Virtualization Client ongedaan maakt, worden de gebruikersinstellingen van de gebruiker die de installatie ongedaan maakt, verwijderd.

Wanneer u de installatie van Microsoft Application Virtualization Client ongedaan maakt, verwijdert de Windows Installer de instellingen van Application Virtualization uit het profiel van de huidige gebruiker. Wanneer uw computer gebruikmaakt van zwervende profielen, moet u niet uw persoonlijke netwerkaccount gebruiken om de installatie van de client ongedaan te maken, omdat het instellingen voor uw virtuele applicaties van al uw computers zal verwijderen.

TIJDELIJKE OPLOSSING Gebruik een beheerdersaccount die niet wordt gebruikt voor het uitvoeren van virtuele toepassingen om de installatie van de App-V Client ongedaan te maken.

Wijzigingen gemaakt in het virtuele bestandssysteem en op virtuele registertabbladen moeten worden opgeslagen tijdens het uitvoeren van de wizard Sequencing (sequentiëren)

Als u een pakket opent om een upgrade uit te voeren of als u de wizard Sequencing al op een nieuw pakket hebt uitgevoerd, en u maakt daarna wijzigingen in het pakket in het virtuele bestandssysteem of op virtuele registertabbladen, dan worden de wijzigingen niet automatisch opgeslagen.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Sla de wijzigingen op voordat u de wizard opnieuw uitvoert, zodat de wijzigingen worden weerspiegeld in de virtuele omgeving van de wizard.

De Command-line Sequencer moet worden uitgevoerd vanaf een opdrachtprompt met verhoogde bevoegdheid

Wanneer u de Command-line Sequencer gebruikt, vraagt het programma niet zelf om uitvoering in een omgeving met verhoogde bevoegdheden.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Voer de Command-line Sequencer uit vanaf een opdrachtprompt met verhoogde bevoegdheid.

Configuratie van Server Management Console in gedistribueerde omgevingen

Als u managementonderdelen moet installeren op andere systemen dan de primaire Application Virtualization Publishing and Streaming Server, ondersteunt de serverinstallatie de installatie van onze Management Console en Webservice op afzonderlijke servers van de primaire Application Virtualization Server, mits ze goed geconfigureerd worden.

Om de managementonderdelen over verscheidene servers te distribueren moet Kerberos-overdracht zijn ingeschakeld op de server waarop de Webservice is geïnstalleerd.

Korte padnamen van variabelen in OSD-bestanden kunnen fouten veroorzaken

Als u fout 450478-1F702339-0000010B “De mapnaam is ongeldig” krijgt bij het starten van een virtuele toepassing op de client, is het mogelijk dat de variabele in de OSD verkeerd is ingesteld. Dit kan gebeuren wanneer het installatieprogramma van de toepassing een korte padnaam instelt tijdens het sequentiëren.

TIJDELIJKE OPLOSSING Verwijder de achterste tilde van elke CSIDL-variabele die in het OSD-bestand voorkomt.

Correcte syntaxis voor DECODEPATH-parameter voor de Command-line Sequencer

Wanneer in de Command-line Sequencer een pakket wordt geopend voor een upgrade en decodering naar de root van station Q, mag de syntaxis voor de DECODEPATH-parameter geen backslash bevatten.

TIJDELIJKE OPLOSSING Gebruik Q: in plaats van Q:\ (laat de achterste backslash “\” weg).

Tijdens het bijwerken van 4.2-pakketten kunt u op problemen stuiten die veroorzaakt worden door Windows Installer-bestanden in het virtuele bestandssysteem

Tijdens het bijwerken van een pakket van release 4.2 kunt u problemen ervaren met betrekking tot een conflict tussen Windows Installer-systeembestanden die standaard in 4.2 zijn opgenomen en de Windows Installer-bibliotheken die lokaal op uw Sequencing-werkstation zijn opgeslagen. De volgende bestanden bevinden zich in CSIDL_SYSTEM\:

  • cabinet.dll

  • msi.dll

  • msiexec.exe

  • msihnd.dll

  • msimsg.dlll

TIJDELIJKE OPLOSSING Verwijder alle hierboven vermelde bestanden uit het pakket. Verwijder de toewijzingen op het tabblad VFS evenals de eigenlijke bestanden in de map CSIDL_SYSTEM in uw decodeerpad.

In Windows XP is logboekregistratie van clientinstallaties niet standaard ingeschakeld

Schakel de logboekfunctie in vanaf de opdrachtregel zodat tijdens het installeren van de client eventuele installatiefouten worden vastgelegd ten behoeve van probleemoplossing.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Voeg de parameter /l*vx! log.txt toe aan de opdrachtregel, zoals in het voorbeeld hieronder:

setup.exe /s /v”/qn /l*vx! log.txt”

msiexec.exe /i setup.msi /qn /l*vx! log.txt

Een alternatieve methode is om de registersleutel in te stellen op de volgende waarde:

[HKEY_LOCAL_MACHINE\SOFTWARE\Policies\Microsoft\Windows\Installer] "Logging"="voicewarmupx!"

Kerberos-verificatie zal alleen werken wanneer Service Principal Names (SPNs) geregistreerd zijn voor IIS

Bij gebruik van IIS 6.0 of 7.0 voor het ophalen van pictogrammen of OSD-bestanden en het streamen van pakketten, schakelt u Kerberos-verificatie in door de SPNs als volgt te registreren:

  • Voer op de IIS-server de volgende opdrachten uit met behulp van het SETSPN.EXE Resource Kit tool. De FQDN-naam (Fully Qualified Domain Name) van de server moet worden gebruikt.

    Setspn -r SOFTGRID/<Server FQDN>

    Setspn -r HTTP/<Server FQDN>

Raadpleeg voor meer informatie https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=131407.

Na een upgrade van RC staan de standaardbevoegdheden in clientlogbestanden niet toe dat andere gebruikers dan beheerders toegang hebben tot de logbestanden voor problemen oplossen en ondersteuning

De standaardmachtigingen in clientlogbestanden voor de Application Virtualization RC-client stonden niet toe dat andere gebruikers dan beheerders toegang hebben tot de logbestanden. Handmatige wijzigingen van deze logmachtigingen werden ongedaan gemaakt wanneer de client opnieuw werd opgestart. Dit is gecorrigeerd in de RTM-release voor nieuwe clientinstallaties, maar na een upgrade van RC worden aangepaste machtigingen voor bestaande logbestanden niet terugingesteld. Wanneer er echter nieuwe logbestanden worden gemaakt of nadat een log opnieuw is ingesteld, hebben de bestanden de nieuwe standaardmachtigingen.

TIJDELIJKE OPLOSSING Stel na de upgrade bestaande clientlogbestanden opnieuw in of wijzig de machtigingen handmatig.

Wijzigingen in .NET-compatibiliteit

Microsoft Application Virtualization Cumulative Update 1 ondersteunt het sequentiëren van .NET Framework in Windows XP (SP2 of hoger). Sequentiëringsroutines voor .NET-toepassingen die geschreven zijn voor SoftGrid 4.2 moeten misschien worden bijgewerkt bij gebruik met de App-V 4.5 Sequencer. Raadpleeg het Knowledge Base-artikel voor informatie en tijdelijke oplossingen op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=123412.

Na een upgrade van de client van App-V 4.2 worden sommige toepassingen niet weergegeven

Controleer of de volgende fout in het logbestand staat: ”De Application Virtualization Client kan het OSD-bestand niet parseren.” De Microsoft Application Virtualization 4.5 client filtert toepassingen uit die een OSD-bestand met een lege OS-tag (<OS></OS>) hebben.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Verwijder de lege OS-tag uit het OSD-bestand.

De App-V server vereist uitzonderingen in de eigen firewall voor bepaalde processen

De server kan toepassingen alleen correct streamen wanneer de kernprocessen van de server, inclusief het verdeelprogramma, toegang krijgen door de firewall.

TIJDELIJKE OPLOSSING Stel uitzonderingen in in de firewall van de server voor de volgende processen: sghwsvr.exe en sghwdsptr.exe. Deze hebben betrekking op de App-V Management Server en de App-V Streaming Server.

Sequentiëringspakketten die nieuwe Visual Basic-runtimes vereisen kunnen mislukken

Als u een pakket sequentieert dat een nieuwere versie van een Visual Basic (VB)-runtime gebruikt op een systeem waarop een oudere versie van de VB-runtime is geïnstalleerd, kan er een crash of ander onverwacht gedrag optreden wanneer u het pakket wilt gebruiken. U wilt bijvoorbeeld Microsoft Money 2007 sequentiëren, dat gebruikmaakt van versie 6.00.9782 van de VB-runtime, op een Windows XP-systeem met versie 6.00.9690 van de VB-runtime. Invoice Designer kan vervolgens crashen wanneer u het probeert uit te voeren op een ander Windows XP-systeem met de oudere VB-runtime.

TIJDELIJKE OPLOSSING Na het installeren van de toepassing op de sequentieercomputer, kopieert u onder voortdurende controle, de juiste (nieuwere) VB-runtime naar de map in het pakket waaruit het exe-bestand wordt gestart. De gesequentieerde toepassing zal zodoende de verwachte versie van de VB-runtime vinden wanneer deze wordt gestart.

Belangrijk

Dit probleem is verholpen in Microsoft Application Virtualization 4.5 Cumulatieve Update 1.

Wanneer het serverinstallatieprogramma in stille modus wordt uitgevoerd, controleert het niet goed op MSXML6

De App-V Management Server is afhankelijk van MSXML6. Wanneer u het installatieprogramma echter in stille modus uitvoert (bijvoorbeeld met behulp van de opdracht “msiexec -i setup.msi /qn” op een systeem waarop MSXML6 nog niet is geïnstalleerd) merkt het installatieprogramma de ontbrekende afhankelijkheid niet op en wordt de installatie voortgezet. Het meest voorkomende resultaat is dat wanneer clients de publicatie-informatie van de App-V Management Server willen vernieuwen, er fouten optreden.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Controleer of MSXML6 op het systeem is geïnstalleerd voordat u een stille installatie van de App-V Management Server wilt uitvoeren.

Foutcode 000C800 verschijnt wanneer geprobeerd wordt verbinding te maken met de Application Virtualization Management Console

Een Application Virtualization-beheerder die geen lokale beheerder is op de Application Virtualization Management Service-server krijgt een fout (Foutcode: 000C800) wanneer geprobeerd wordt verbinding te maken met de Application Virtualization Management Console, en de logboekvermelding sftmmc.log geeft aan dat toegang tot SftMgmt.udl wordt geweigerd. Om verbinding te kunnen maken met de Application Virtualization Management Console, moet een Application Virtualization-beheerder die geen lokale beheerder op de Application Virtualization Management Service-server is, tenminste toegang met lees- en uitvoerbevoegdheid hebben tot het bestand SftMgmt.udl.

Aan Application Virtualization-beheerders moeten lees- en uitvoerbevoegdheden tot het bestand SftMgmt.UDL worden toegekend onder %systemdrive%\Program Files\Microsoft System Center App Virt Management Server\App Virt Management Service.

Opdrachtregelparameters van de Client Installer worden genegeerd wanneer deze in combinatie met KEEPCURRENTSETTINGS=1 worden gebruikt

De volgende opdrachtregelparameters van de Client Installer worden in combinatie met KEEPCURRENTSETTINGS=1 genegeerd: SWICACHESIZE, MINFREESPACEMB, ALLOWINDEPENDENTFILESTREAMING, APPLICATIONSOURCEROOT, ICONSOURCEROOT, OSDSOURCEROOT, SYSTEMEVENTLOGLEVEL, SWIGLOBALDATA, DOTIMEOUTMINUTES, SWIFSDRIVE, AUTOLOADTARGET, AUTOLOADTRIGGERS, SWIUSERDATA en REQUIRESECURECONNECTION.

TIJDELIJKE OPLOSSING   Als er instellingen zijn die u wilt behouden, gebruikt u KEEPCURRENTSETTINGS=1 en stelt u de andere parameters in na de implementatie. De sjabloon App-V ADM kan worden gebruikt om de volgende client-instellingen in te stellen: APPLICATIONSOURCEROOT, ICONSOURCEROOT, OSDSOURCEROOT, AUTOLOADTARGET, AUTOLOADTRIGGERS, DOTIMEOUTMINUTES en ALLOWINDEPENDENTFILESTREAMING. U vindt de ADM-sjabloon op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=121835.

Fout bij initialiseren van virtuele toepassingen met Symantec Endpoint Protection

Wanneer Symantec Endpoint Protection wordt gebruikt met de toepassing Application and Device Control ingeschakeld, kunnen toepassingen weigeren te starten en verschijnt de fout “The application failed to initialize properly (0xc000007b)” (de toepassing kon niet initialiseren). Raadpleeg het Knowledge Base-artikel voor informatie en tijdelijke oplossingen op https://go.microsoft.com/fwlink/?LinkId=125851.

Belangrijk

Dit probleem is verholpen in Microsoft Application Virtualization 4.5 Cumulatieve Update 1.

Auteursrechtelijke informatie over Opmerkingen bij de release

De informatie in dit document, inclusief verwijzingen naar URL's en andere websites, kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd en wordt alleen ter informatie aangeboden. Het volledige risico van het gebruik of de resultaten van het gebruik van dit document ligt bij de gebruiker, en Microsoft Corporation wijst alle garanties, zowel uitdrukkelijk als impliciet, af. De bedrijven, organisaties, producten, mensen en gebeurtenissen die in dit document als voorbeelden zijn gebruikt, zijn fictief. Geen enkele associatie met een echt bedrijf, organisatie, product, persoon of gebeurtenis is bedoeld of moet worden afgeleid. Navolging van alle toepasselijke auteursrechtelijke wetten is de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Zonder beperking van de rechten onder het auteursrecht, mag niets in dit document worden gereproduceerd, worden opgeslagen of ingevoerd in een opslagsysteem, of worden overgedragen in ongeacht welke vorm of op enige wijze (elektronisch, mechanisch, fotokopiëren, opname of anderszins) of voor enig doeleinde, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Microsoft Corporation.

Microsoft kan patenten, patentaanvragen, handelsmerken, copyrights of andere intellectuele eigendomsrechten hebben die betrekking hebben op het onderwerp in dit document. Behalve indien uitdrukkelijk aangegeven in een schriftelijke licentieovereenkomst van Microsoft, geeft het ter beschikking stellen van dit document u geen licentie tot deze patenten, handelsmerken, copyrights of andere intellectuele eigendom.

© 2009 Microsoft Corporation. Alle rechten voorbehouden.

Microsoft, MS-DOS, Windows, Windows Server, Windows Vista, Active Directory en ActiveSync zijn ofwel geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen.

De namen van bedrijven en producten die in dit document worden genoemd, kunnen handelsmerken zijn van de respectievelijke eigenaren.

-----
You can learn more about MDOP in the TechNet Library, search for troubleshooting on the TechNet Wiki, or follow us on Facebook or Twitter.
-----