Vereisten voor de implementatie van besturingssystemen in Configuration Manager
Van toepassing op: System Center 2012 Configuration Manager, System Center 2012 Configuration Manager SP1, System Center 2012 Configuration Manager SP2, System Center 2012 R2 Configuration Manager, System Center 2012 R2 Configuration Manager SP1
Implementatie besturingssysteem in System Center 2012 Configuration Manager heeft externe afhankelijkheden en afhankelijkheden binnen het product.
Afhankelijkheden extern aan Configuration Manager
De volgende tabel geeft informatie over externe hulpprogramma's, installatie-kits en besturingssystemen die vereist zijn om besturingssystemen te implementeren in Configuration Manager.
Afhankelijkheid |
Meer informatie |
||||||||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Hulpprogramma voor migratie van gebruikersstatus (USMT) |
Configuration Manager gebruikt een USMT-pakket dat wijst naar USMT-bronbestanden om de gebruikersstatus op te nemen en te herstellen als deel van uw implementatie van het besturingssysteem. Beginnend in Configuration Manager SP1, Configuration Manager creëert de installatie op de site van het hoogste niveau automatisch het USMT-pakket. In Configuration Manager zonder een servicepack moet u het USMT-pakket in het knooppunt Pakketten onder Toepassingsbeheer creëren in de werkruimte Softwarebibliotheek. De vereiste versie van USMT is afhankelijk van de versie van het besturingssysteem dat u implementeert. De volgende tabel geeft u informatie over de vereiste USMT-versies.
1U kunt Windows 8.1 enkel implementeren vanuit een siteserver die System Center 2012 R2 Configuration Manager uitvoert. 2U kunt Windows 8 enkel implementeren vanuit een siteserver die Configuration Manager SP1 uitvoert. U kunt de versies van USMT op de volgende locaties installeren:
Zie het volgende voor meer informatie over vaak voorkomende scenario's voor de migratie van de gebruikersstatus:
Voor meer informatie over hoe de gebruikersstatus vast te leggen en te herstellen, zie De gebruikersstatus beheren in Configuration Manager. |
||||||||||||||||||||||||
Windows PE |
Windows PE is een Windows besturingssysteem met beperkte diensten dat gebruikt wordt tijdens voor-installatie en implementatie van Windows besturingssystemen. De volgende tabel geeft een lijst van de Configuration Manager-versies, de ondersteunde versie van Windows AIK of Windows ADK, de Windows PE-versie waarop de installatiekopie gebaseerd is en die kan aangepast worden van de Configuration Manager- console, en de Windows PE-versies waarop de installatiekopie gebaseerd is en die u kunt aanpassen door DISM te gebruiken en dan de installatiekopie toe te voegen aan Configuration Manager.
1 U kunt alleen een opstartinstallatiekopie aan Configuration Manager toevoegen wanneer deze is gebaseerd op Windows PE 3.1. Installeer Windows AIK Supplement voor Windows 7 SP1 om een upgrade van Windows AIK voor Windows 7 (gebaseerd op Windows PE 3) naar Windows AIK Supplement voor Windows 7 SP1 (gebaseerd op Windows PE 3.1) uit te voeren. U kunt Windows AIK Supplement voor Windows 7 SP1 downloaden via het Microsoft Downloadcentrum.
Voor meer informatie over hoe de installatiekopie aan te passen en ze dan toe te voegen aan Configuration Manager, zie Windows PE-opstartinstallatiekopieën aanpassen voor gebruik in Configuration Manager. Voor meer informatie over de installatiekopieën die Windows PE bieden, zie Implementaties van opstartinstallatiekopieën plannen in Configuration Manager. |
||||||||||||||||||||||||
Voor System Center 2012 R2 Configuration Manager en later: Windows ADK voor Windows 8.1 |
Windows ADK is een verzameling van hulpprogramma's die de configuratie en implementatie ondersteunen van Windows besturingssystemen. Beginnend in Configuration Manager SP1, gebruikt Configuration Manager Windows ADK om Windows-installaties te automatiseren, Windows installatiekopieën vast te leggen, gebruikersprofielen en gegevens te migreren, enzovoort. De volgende functies van Windows ADK moeten geïnstalleerd worden op de siteserver op het topniveau van de hiärarchie, op de siteserver van elke primaire site in de hiärarchie en op de SMS Provider sitesysteemserver:
1 USMT is niet vereist op de SMS Provider sitesysteemserver. Notitie U moet handmatig de Windows ADK installeren op elke computer die een centrale beheerdersite of primaire site zal hosten vóór u de Configuration Manager-site installeert. Voor meer informatie over Windows ADK, zie Windows Deployment with the Windows ADK (Windows-implementatie met de Windows ADK). |
||||||||||||||||||||||||
Alleen voor Configuration Manager SP1: Windows ADK voor Windows 8 |
Windows ADK is een verzameling van hulpprogramma's die de configuratie en implementatie ondersteunen van Windows besturingssystemen. Beginnend in Configuration Manager SP1, gebruikt Configuration Manager Windows ADK om Windows-installaties te automatiseren, Windows installatiekopieën vast te leggen, gebruikersprofielen en gegevens te migreren, enzovoort. De volgende functies van Windows ADK moeten geïnstalleerd worden op de siteserver op het topniveau van de hiärarchie en op de siteserver van elke primaire site in de hiërarchie:
Notitie U moet handmatig de Windows ADK installeren op elke computer die een centrale beheerdersite of primaire site zal hosten vóór u de Configuration Manager-site installeert. Vóór u Configuration Manager kunt updaten zonder servicepack, moet u eerst de installatie van Windows Automated Installation Kit (Windows AIK) ongedaan maken, vóór u Windows ADK kunt installeren. Voor meer informatie over Windows ADK, zie Windows Deployment with the Windows ADK (Windows-implementatie met de Windows ADK). Notitie Cumulatieve update 3 voor Configuration Manager SP1 voegt ondersteuning toe voor Windows 8.1 en Windows Server 2012 R2 als clients. Configuration Manager SP1 met cumulatieve update 3 geeft beperkte ondersteuning voor implementatie van deze besturingssystemen. Dit komt omdat de Windows Assessment and Deployment Kit (Windows ADK) voor Windows 8.1 niet ondersteund is bij Configuration Manager SP1. Alle opname- en implementatiemethodes (zoals PXE, opstartmedia, onafhankelijke media) worden evenwel ondersteund. Onderhoudsacties voor installatiekopieën (zoals toepassen van software-updates op een installatiekopie van een besturingssysteem of een opstartinstallatiekopie) die de nieuwe Windows ADK vereisen worden niet ondersteund. Deze acties moeten offline uitgevoerd worden op een computer waarop Windows ADK voor Windows 8.1 geïnstalleerd is. Voor informatie over cumulatieve update 3, zie Beschrijving van cumulatieve update 3 voor System Center 2012 Configuration Manager Service Pack. |
||||||||||||||||||||||||
Alleen voor Configuration Manager zonder service pack: Windows Automated Installation Kit (Windows AIK) voor Windows 7 |
Windows AIK is een verzameling van hulpprogramma's die de configuratie en implementatie ondersteunen van Windows besturingssystemen. Configuration Manager gebruikt Windows AIK zonder servicepack om Windows installaties te automatiseren, Windows installatiekopieën vast te leggen, gebruikersprofielen en gegevens te migreren, enzovoort. Voor meer informatie over Windows AIK, zie Windows Automated Installation Kit for Windows 7 (Windows Automated Installation Kit voor Windows 7). Notitie Als u Configuration Manager gebruikt zonder servicepack om een centrale beheersite of een primaire site te installeren, installeert Configuration Manager automatisch de Windows AIK op de siteserver als het niet reeds geïnstalleerd is. |
||||||||||||||||||||||||
Internet Information Services (IIS) op de sitesysteemservers om het distributiepunt, het migratiepunt van de status en het beheerpunt uit te voeren |
Zie de rubriek in het onderwerp voor meer informatie over deze vereiste.No text is shown for link 'c1e93ef9-761f-4f60-8372-df9bf5009be0'. The title of the linked topic might be empty.c1e93ef9-761f-4f60-8372-df9bf5009be0#BKMK_SiteSystemRolePrereqs |
||||||||||||||||||||||||
Windows Deployment Services (WDS) |
WDS is nodig voor PXE-implementaties en wanneer u multicast gebruikt om de bandbreedte in uw implementaties te optimaliseren. Zie, voor meer informatie, Windows Deployment Services in dit onderwerp. |
||||||||||||||||||||||||
Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) |
DHCP is vereist voor PXE-implementaties. U moet een werkende DHCP-server hebben met een actieve host om besturingssystemen te implementeren door gebruik te maken van PXE. Zie Met PXE geïnitieerde implementaties van besturingssystemen plannen in Configuration Manager voor meer informatie over PXE-implementaties. |
||||||||||||||||||||||||
Ondersteunde besturingssystemen en vaste-schijfconfiguraties |
Zie, voor meer informatie over de versies van besturingssystemen en configuraties van harde schijf die ondersteund worden door Configuration Manager wanneer u besturingssystemen implementeert, Ondersteunde besturingssystemen en harde-schijfconfiguraties voor de implementatie van besturingssystemen. |
||||||||||||||||||||||||
Windows-apparaatstuurprogramma 's |
Windows apparaatstuurprogramma's kunnen gebruikt worden wanneer u het besturingssysteem installeert op de doelcomputer en wanneer u Windows PE uitvoert door een opstartinstallatiekopie te gebruiken. Zie Een strategie voor apparaatstuurprogramma's plannen in Configuration Manager voor meer informatie over apparaatstuurprogramma's. |
Configuration Manager-afhankelijkheden
De volgende tabel geeft informatie over vereisten voor Configuration Manager besturingssysteem-implementatie.
Afhankelijkheid |
Meer informatie |
|---|---|
Installatiekopie van besturingssysteem |
Afhankelijk van de methode die u plant te gebruiken om installatiekopieën van besturingssystemen te implementeren, zijn er verschillende afhankelijkheden waarmee rekening moet worden gehouden. Zie De methode voor het implementeren van besturingssystemen bepalen in Configuration Manager voor meer informatie over afhankelijkheden. |
Stuurprogrammacatalogus |
Om een apparaatstuurprogramma te implementeren, moet u het apparaatstuurprogramma importeren, inschakelen en het beschikbaar maken op een distributiepunt, waartoe de Configuration Manager client toegang kan hebben. Zie Een strategie voor apparaatstuurprogramma's plannen in Configuration Manager voor meer informatie over de stuurprogrammacatalogus. |
Beheerpunt |
Via beheerpunten wordt informatie overgedragen tussen clientcomputers en de Configuration Manager-site. De client gebruikt een beheerpunt om takenreeksen uit te voeren die vereist zijn om de implementatie van het besturingssysteem te vervolledigen. Voor meer informatie over takenreeksen, zie Een strategie voor takenreeksen plannen in Configuration Manager |
Distributiepunt |
Distributiepunten worden in de meeste implementaties gebruikt om de gegevens op te slaan die gebruikt worden om een besturingssysteem te implementeren, zoals de installatiekopie van een besturingssysteem of van stuurprogrammapakketten. Takenreeksen halen typisch gegevens van een distributiepunt om het besturingssysteem te implementeren. Voor meer informatie over takenreeksen, zie Een strategie voor takenreeksen plannen in Configuration Manager Voor meer informatie over hoe distributiepunten en beheerinhoud te installeren, zie Inhoudsbeheer configureren in Configuration Manager |
Distributiepunt met PXE-functionaliteit |
Om PXE-geïnitieerde implementaties te implementeren, moet u een distributiepunt configureren zodat het PXE-verzoeken van clients aanvaardt. Voor meer informatie over hoe het distributiepunt te configureren, zie Met PXE geïnitieerde implementaties van besturingssystemen plannen in Configuration Manager. |
Multicast-distributiepunt |
Om uw implementaties van besturingssystemen te optimaliseren door multicast te gebruiken, moet u een distributiepunt configureren zodat het multicast kan ondersteunen. Voor meer informatie over hoe het distributiepunt te configureren voor multicast-ondersteuning, zie Een multicast-strategie plannen in Configuration Manager. |
Statusmigratiepunt |
Wanneer u gegevens over de gebruikersstatus opneemt en herstelt voor gelijktijdige implementaties en voor het vernieuwen van implementaties, moet u een statusmigratiepunt configureren om gebruikersgegevens op te slaan op een andere computer. Voor meer informatie over hoe het configureren van een statusmigratiepunt, zie Installeer sitesysteemrollen Voor informatie over hoe de gebruikersstatus op te nemen en te herstellen, zie De gebruikersstatus beheren in Configuration Manager. |
Reporting Services-punt |
Om Configuration Manager-rapporten te gebruiken voor implementaties van besturingssystemen, moet u een punt voor het rapporteren van diensten installeren en configureren. Zie Rapportage configureren in Configuration Manager voor meer informatie. |
Machtigingen voor implementaties van besturingssystemen |
De beveiligingsrol voor Beheerder besturingssysteemimplementatie is een ingebouwde rol die niet kan worden gewijzigd. U kunt evenwel de rol kopiëren, wijzigingen maken en dan deze wijzigingen opslaan als een nieuwe aangepaste beveiligingsrol. Hier zijn enkele machtigingen die rechtstreeks van toepassing zijn op besturingssysteemimplementaties:
Voor meer informatie over aangepaste beveiligingsrollen, zie de sectie Aangepaste beveiligingsrollen maken in het onderwerp Beveiliging configureren voor Configuration Manager. |
Beveiligingsbereiken voor implementaties van besturingssystemen |
Gebruik veiligheidsbereiken om gebruikers met beheerdersrechten te voorzien van toegang tot te beveiligen objecten die gebruikt worden in implementaties van besturingssystemen, zoals kopieën van besturingssystemen en installatiekopieën, stuurprogrammapakketten en takenreekspakketten. Voor meer informatie over veiligheidsbereiken, zie Planning voor veiligheidsbereiken in de sectie Planning voor op rollen gebaseerd beheer in het onderwerp Beveiliging plannen in Configuration Manager. |
Windows Deployment Services
Windows Deployment Services (WDS) moeten geïnstalleerd zijn op dezelfde server als de distributiepunten die u configureert om PXE of multicast te ondersteunen. Of u WDS handmatig moet installeren, of indien het reeds geïnstalleerd is op de server, hangt af van het besturingssysteem van de server.
Windows Server 2008: WDS is opgenomen in het besturingssysteem.
.jpeg "System_CAPS_important")
BelangrijkPXE en multicast worden niet ondersteund op computers die Windows Server 2008 of Windows Server 2008 R2 uitvoeren die geïnstalleerd is met de Server Core-installatieoptie. De Server Core-installatieoptie installeert een minimale omgeving die extra overhead vermijdt en de rollen beperkt die kunnen uitgevoerd worden door de server, inclusief WDS, wat vereist is voor PXE-implementaties en multicast.
Windows Server 2003 (minimum versie van SP2: De Windows implementatieservicesrol kan toegevoegd worden door Programma's installeren of verwijderen uit te voeren.
Voor PXE-implementaties is WDS de service die het opstarten van PXE uitvoert. Wanneer het distributiepunt geïnstalleerd en ingeschakeld is voor PXE, installeert Configuration Manager een provider in WDS, die de WDS PXE-opstartfuncties gebruikt.
Notitie
De installatie van WDS kan falen als de server een opnieuw opstarten vereist.
Andere WDS-configuraties die moeten worden beschouwd zijn onder meer de volgende:
De WDS-installatie op de server vereist dat de beheerder lid is van de lokale groep beheerders.
De WDS-server moet lid zijn van een Active Directory-domein of een domeinbeheerder voor een Active Directory-domein. Alle Windows-domein- en forestconfiguraties ondersteunen WDS.