Een nieuwe servertoepassing sequentiëren

Een nieuwe toepassing sequentiëren

1. Als u de Server App-V Sequencer wilt starten, selecteert u op de computer waarop de Sequencer is geïnstalleerd Start/Alle programma’s/Microsoft Application Virtualization/Microsoft Application Virtualization Sequencer.

2. Selecteer Een nieuw virtueel toepassingspakket maken.

3. Bekijk op de pagina Computer voorbereiden de problemen waardoor de pakketupdate kan mislukken en controleer of de pakketupdate overbodige gegevens bevat.Het is raadzaam om alle potentiële problemen op te lossen voordat u doorgaat.Nadat u de conflicten hebt opgelost, klikt u op Vernieuwen om de informatie die wordt weergegeven bij te werken.Klik op Volgende nadat u alle potentiële problemen hebt opgelost.

   Belangrijk
   Als u de antivirussoftware moet uitschakelen, moet u eerst controleren of er op de computer waarop de Sequencer wordt uitgevoerd geen ongewenste of schadelijke bestanden staan die kunnen worden toegevoegd aan het pakket.

4. Selecteer op de pagina Installatieprogramma selecteren de optie Bladeren en geef het installatiebestand op voor de toepassing die u wilt sequentiëren.Als de toepassing geen bijbehorend installatiebestand heeft en u alle stappen van de installatie handmatig wilt uitvoeren, selecteert u Selecteer deze optie om een aangepaste installatie uit te voeren.Klik op Volgende.

5. Geef op de pagina Pakketnaam een naam op die u aan het pakket wilt koppelen.De naam die u hebt opgegeven, moet het doel en de versie van de toepassing die wordt toegevoegd aan het pakket aangeven.

   Belangrijk
   De opgegeven naam moet uniek zijn binnen de organisatie.

   De Installatielocatie geeft het Application Virtualization-pad weer waar de toepassing wordt geïnstalleerd.Selecteer Bewerken (Geavanceerd) om deze locatie te wijzigen.

   Belangrijk
   Het aanpassen van het Application Virtualization-pad is een geavanceerde configuratietaak.U moet de gevolgen van het wijzigen van het pad volledig begrijpen.Het standaardpad wordt aanbevolen voor de meeste toepassingen.

   Klik op Volgende.

6. Als de Sequencer en het installatieprogramma van de toepassing klaar zijn, installeert u de toepassing op de pagina Installatie in de hoofdmap van het pakket die u hebt geselecteerd (meestal Q:\) zodat de Sequencer het installatieproces kan bewaken.Voer de installatie uit met het installatieproces van de toepassing.

   Belangrijk
   Als de toepassing die u sequentieert Dcomcnfg.exe vereist als onderdeel van de installatie, moet u deze toepassing uitvoeren tijdens de configuratiefase (stap 8 van deze procedure) en niet tijdens de controlefase.

   Als er aanvullende installatiebestanden moeten worden uitgevoerd als onderdeel van de installatie, klikt u op Uitvoeren. Zoek de aanvullende installatiebestanden en voer ze vervolgens uit.Wanneer u klaar bent met de installatie, selecteert u Ik ben klaar met installeren.Klik op Volgende.

   Tip

   In plaats van te klikken op de knop Uitvoeren, kunt u de Sequencer minimaliseren en eventuele aanvullende vereiste installatiestappen rechtstreeks uitvoeren op de computer waarop de Sequencer wordt uitgevoerd.Dit is mogelijk omdat de Sequencer alle systeemactiviteiten bewaakt, of deze nu afkomstig zijn uit de Sequencer-gebruikersinterface (UI) of niet.

7. Wacht op de pagina Installatie terwijl de Sequencer het virtuele toepassingspakket configureert.

8. Voer op de pagina Software configureren eventueel de programma's uit die zijn opgenomen in het pakket.Deze stap is nuttig voor het voltooien van eventuele licentie- of configuratietaken die nodig zijn voor het uitvoeren van de toepassing voordat u het pakket implementeert en uitvoert.Als u alle programma's tegelijk wilt uitvoeren, klikt u op Alles uitvoeren.Als u specifieke programma's wilt uitvoeren, selecteert u het programma of de programma's die u wilt uitvoeren en klikt u op Selectie uitvoeren.Voltooi de vereiste configuratietaken en sluit de toepassingen.Het kan enkele minuten duren voordat alle programma's zijn uitgevoerd.Klik op Volgende.

9. Op de pagina Installatierapport kunt u informatie bekijken over het virtuele toepassingspakket dat u net hebt gesequentieerd.Dubbelklik op de gebeurtenis voor gedetailleerde uitleg over de informatie die wordt weergegeven bij Aanvullende informatie.Klik op Volgende nadat u deze informatie hebt bekeken.

10. Op de pagina Pakket maken kunt u Opmerkingen toevoegen. Deze worden aan het pakket gekoppeld.Opmerkingen zijn handig als u versiegegevens en andere informatie over het pakket wilt vastleggen.De Opslaglocatie die standaard wordt gebruikt, wordt ook weergegeven.Als u de standaardlocatie wilt wijzigen, klikt u op Bladeren en geeft u de nieuwe locatie op.Klik op Maken.

11. Nadat u de informatie die wordt weergegeven in het deelvenster Rapport voor het virtuele toepassingspakket hebt gelezen, klikt u op de pagina Voltooiing op Sluiten.

    Het pakket is nu beschikbaar in de Sequencer-console.

12. In de Sequencer-console selecteert u Pakket/Opslaan om het pakket op te slaan.Geef het pakket een naam en geef ook op waar het pakket moet worden opgeslagen.

    Belangrijk
    Virtuele toepassingspakketten kunnen vertrouwelijke informatie bevatten, zoals gebruikersnamen en wachtwoorden.U moet virtuele toepassingspakketten altijd op een veilige locatie opslaan.

    Nadat u een virtueel toepassingspakket hebt gemaakt, kunt u het bestand Reports.xml controleren in de map die is opgegeven op de pagina Stap 10 van de wizard Nieuw pakket maken voor informatie over het sequentiëringsproces.