Share via


Releaseopmerkingen voor System Center 2012 - Orchestrator

 

Gepubliceerd: maart 2016

Is van toepassing op: System Center 2012 - Orchestrator, System Center 2012 R2 Orchestrator

Deze releaseopmerkingen bevatten informatie die vereist is voor een geslaagde installatie van System Center 2012 - Orchestrator. Deze informatie is niet beschikbaar in de productdocumentatie.

Lees deze releaseopmerkingen voordat u Orchestratorinstalleert en gebruikt. Deze releaseopmerkingen hebben betrekking op System Center 2012 - Orchestrator.

Zie Releaseopmerkingen voor Orchestrator in System Center 2012 SP1 voor de releaseopmerkingen voor Orchestrator in System Center 2012 Service Pack 1 (SP1).

Bekende problemen

U krijgt een databasevalidatiefout wanneer u een externe computer gebruikt waarop SQL Server wordt uitgevoerd

Beschrijving: Als u een externe computer gebruikt waarop Microsoft SQL Server wordt uitgevoerd en voor die server zijn named pipes ingeschakeld (tegengesteld aan TCP/IP), kunt u Orchestrator niet installeren. In plaats daarvan krijgt u een databasevalidatiefout tijdens de laatste installatiefase.

Tijdelijke oplossing: Schakel TCP/IP in voor elke Orchestrator-installatie die gebruikmaakt van een externe computer waarop SQL Server wordt uitgevoerd.

U moet oudere versies van Orchestrator verwijderen voordat u de System Center 2012 - Orchestrator-runbookserver installeert

Beschrijving: Als u probeert een System Center 2012 - Orchestrator-runbookserver te installeren of implementeren op een computer waarop de Opalis Action Server, de Orchestrator 2012 Beta of de Orchestrator 2012 Release Candidate als runbookserver is geïnstalleerd, krijgt de runbookserver een onbruikbare status. U moet de implementatie van de vorige versie ongedaan maken met behulp van Deployment Manager, of deze versie verwijderen met Programma's en onderdelen in Configuratiescherm voordat u de nieuwe versie installeert.

Ook moet het uitvoerbare programma OpalisRemotingService handmatig worden verwijderd met de volgende procedure:

OpalisRemotingService verwijderen
  1. Open een opdrachtprompt met beheerdersreferenties.

  2. Stop de service met de opdracht sc stop OpalisRemotingService.

  3. Verwijder de service met de opdracht sc delete OpalisRemotingService.

  4. Navigeer naar C:\Windows\SysWOW64.

  5. Verwijder het bestand OpalisRemotingService.exe.

De Setup-wizard van Orchestrator kan vastlopen op een niet-ondersteund besturingssysteem

Beschrijving: als u de Setup-wizard van Orchestrator uitvoert in een niet-ondersteund besturingssysteem, kunt u een onverwacht foutbericht ontvangen of kan het systeem vastlopen.

Tijdelijke oplossing: zie Systeemvereisten voor meer informatie over besturingssystemen die worden ondersteund door Orchestrator.

De computer wordt opnieuw opgestart nadat u Runbook Designer hebt geïmplementeerd

Beschrijving: wanneer u een Runbook Designer implementeert op een lokale host middels Deployment Manager, wordt de computer opnieuw opgestart.

Tijdelijke oplossing: geen.

Prestaties van de autorisatiecache

Beschrijving: In de Release Candidate voor System Center 2012 - Orchestrator werden wijzigingen in runbooks en runbookmappen onmiddellijk doorgegeven aan de Orchestrator-webservice en de Orchestration-console. Bij toevoeging, import of verwijdering van een runbook of een runbookmap, of een wijziging van de machtigingen voor een runbook of runbookmap vanuit Runbook Designer, waren de wijzigingen onmiddellijk zichtbaar in de Orchestration-console.

De autorisatiecachetabel is opgenomen in de releaseversie van Orchestrator. Deze tabel wordt om de 10 minuten gewist en Orchestrator berekent de machtigingen om de 10 minuten opnieuw. U kunt wijzigingen in runbooks of runbookmappen pas bekijken nadat de cache is vernieuwd. Na 10 minuten kunt u de Orchestration-console vernieuwen en de wijzigingen bekijken.

Tijdelijke oplossing: Het wordt afgeraden om een korter vernieuwingsinterval voor de autorisatiecachetabel in te stellen, vanwege de tijd die nodig is voor de herberekening van de cache. Als u hulp nodig hebt bij het wijzigen van het vernieuwingsinterval van de autorisatiecachetabel, neemt u contact op met de klantondersteuning.

Bepaalde instellingen voor het automatisch opschonen van logboeken werken niet

Beschrijving: Wanneer u De logboeken opschonen selecteert op het tabblad Logboekgeschiedenis van een runbook, worden alle logboeken voor dat runbook verwijderd. Het automatisch opschonen van logboeken, dat dagelijks wordt uitgevoerd en handmatig kan worden geactiveerd door met de rechtermuisknop te klikken op de server in het deelvenster Verbinding, genereert een fout. Als u Opties voor opschonen van logboek instelt op Meest recente vermeldingen behouden, treedt er een fout op en wordt het logboek niet opgeschoond. Als de fout optreedt tijdens de geplande dagelijkse opschoning van logboeken, wordt de fout naar de logboekgeschiedenis geschreven.

Tijdelijke oplossing: gebruik de optie Bij meer vermeldingen dan X vermeldingen verwijderen die ouder zijn dan Y.

Bepaalde instellingen voor het opschonen van logboeken voor runbooks werken mogelijk niet

Beschrijving: In sommige scenario's werken instellingen voor het opschonen van logboeken niet. Dit komt het meest voor wanneer u de activiteit Runbook aanroepen gebruikt.

De volgende instellingen zijn hierbij betrokken:

  • Laatste X vermeldingen behouden

    Orchestrator kan de relatie tussen Id en ParentId niet vaststellen, zodat de instelling mislukt wanneer u probeert een Id te verwijderen die ook een ParentId is.

  • Vermeldingen voor laatste X dagen behouden

    Orchestrator kan de relatie tussen Id en ParentId niet vaststellen, zodat de instelling mislukt wanneer u probeert een Id te verwijderen die ook een ParentId is.

  • Bij meer vermeldingen dan X vermeldingen ouder dan Y dagen verwijderen

    Het huidige gedrag voor deze instelling is identiek aan Als het totale aantal vermeldingen groter is dan X, vermeldingen ouder dan Y dagen verwijderen.

Tijdelijke oplossing: geen.

Standaardnotatie voor variabele datum/tijd is jjjj-MM-ddTUU:mm:ss

Beschrijving: De standaardnotatie voor datum/tijd die wordt gebruikt door Orchestrator, is een 24-uurs tijdnotatie, weergegeven als jjjj-MM-ddTUU:mm:ss. Deze datum-/tijdnotatie is conform ISO 8601.

System_CAPS_ICON_important.jpg Belangrijk

De tekenreeksvariabele voor de notatie van datum/tijd is hoofdlettergevoelig. Als u jjjj-MM-ddTuu:mm:ss gebruikt als tekenreeksvariable, wordt de verkeerde datum/tijd uitgevoerd.

Tijdelijke oplossing: Gebruik de notatie jjjj-MM-ddTUU:mm:ss.

De datum/tijdnotatie in een tekstvak voor eigenschappen wordt niet altijd weergegeven in de landspecifieke notatie.

Beschrijving: Wijzigingen in de notatie van de datum-/tijdtekenreeks kunnen tot gevolg hebben dat de datum/tijdnotatie in een tekstvak voor eigenschappen een andere notatie is dan de landspecifieke notatie.

Dit komt doordat een implementatie van Orchestrator een reikwijdte kan hebben die meerdere landen bestrijkt. U kunt ervoor kiezen om datums weer te geven in uw landspecifieke notatie. Intern maakt Orchestrator echter gebruik van een vaste notatie om ervoor te zorgen dat de juiste datums en tijden worden gebruikt voor de eigenschapwaarden van activiteiten.

De standaardnotatie voor datum/tijd die wordt gebruikt door Orchestrator, is een 24-uurs tijdnotatie, weergegeven als jjjj-MM-ddTUU:mm:ss. Deze datum-/tijdnotatie is conform ISO 8601.

Voorbeeld: U stelt de notaties voor het Verenigd Koninkrijk in met DD/MM/JJ als datumnotatie. Wanneer u klikt op de knop met het beletselteken (...) naast een datum-/tijdeigenschap in een activiteit, wordt de datum weergegeven in de notatie DD/MM/JJ. Wanneer u op OK klikt om de wijzigingen op te slaan, heeft de datum-/tijdinformatie die wordt weergegeven in de eigenschap de notatie JJJJ-MM-DDTUU:MM:SS.

Tijdelijke oplossing: Als u een runbook hebt met activiteiteigenschappen die zijn geconfigureerd met de oudere datum-/tijdnotatie MM/DD/JJJJ UU:MM:SS AM, gebruikt Orchestrator de oude notatie. Het runbook wordt correct geïnterpreteerd door Orchestrator wanneer de activiteit wordt uitgevoerd. Als u een eigenschap van de standaard datum-/tijdnotatie wijzigt, krijgt de datum-/tijdnotatie de nieuwe notatie.

UTC-tijd gebruiken wanneer u filtert op gepubliceerde datum/tijd

Beschrijving: Gebruik in uw runbookwerkstroom Eindtijd van activiteit in UTC in plaats van Eindtijd van activiteit om op gebeurtenissen te filteren. Eindtijd van activiteit in UTC is de uniforme tijd voor uw volledige Orchestrator-implementatie. Eindtijd van activiteit is de lokale tijd van de beheerserver.

De standaardnotatie voor datum/tijd die wordt gebruikt door Orchestrator, is een 24-uurs tijdnotatie, weergegeven als jjjj-MM-ddTUU:mm:ss. Deze datum-/tijdnotatie is conform ISO 8601.

Tijdelijke oplossing: geen.

Registratie van een integratiepakket mislukt wanneer u eerst probeert een Opalis 6.3-integratiepakket te registreren

Beschrijving: Als u probeert een integratiepakket voor Opalis 6.3 te registreren, treedt er een onverwachte fout op omdat deze integratiepakketten niet worden ondersteund in System Center 2012 - Orchestrator. Als u vervolgens probeert een geldig integratiepakket voor System Center 2012 - Orchestrator te registreren, treedt dezelfde fout op.

Tijdelijke oplossing: Sluit Deployment Manager en start het opnieuw voordat u een geldig System Center 2012 - Orchestrator-integratiepakket registreert.

Een integratiepakket moet worden geregistreerd en geïmplementeerd voordat een runbook wordt geïmporteerd dat er gebruik van maakt.

Beschrijving: Als u een runbook importeert dat gebruikmaakt van een activiteit uit een integratiepakket dat niet is geregistreerd en geïmplementeerd, worden de activiteiten uit dat integratiepakket gemarkeerd met een vraagteken (?). Zelfs nadat het integratiepakket is geïnstalleerd en geregistreerd, werken de activiteiten niet correct.

Tijdelijke oplossing: importeer het runbook opnieuw nadat het integratiepakket is geregistreerd en geïmplementeerd.

Verschillende datum-/tijdnotaties tussen versies van integratiepakketten

Beschrijving: De Release Candidate-versies van integratiepakketten voor System Center 2012 gebruiken een andere notatie voor de datum/tijd van gepubliceerde datumwaarden dan de notatie die wordt gebruikt door de releaseversie van integratiepakketten voor System Center 2012. Normaal gesproken krijgt u niet met dit verschil te maken, omdat het zich alleen voordoet wanneer u zich abonneert op een eigenschap van een datum-/tijdwaarde van een Release Candidate-versie van een activiteit in een System Center-integratiepakket.

Tijdelijke oplossing: Als u problemen ondervindt met datum-/tijdeigenschappen die zijn gepubliceerd met de System Center 2012-integratiepakketten, gebruikt u de activiteit Datum/tijd opmaken voor de omzetting tussen de twee notaties. De activiteit Datum/tijd opmaken bevat het deelvenster Details met de secties Invoer en Uitvoer, waar u een datumnotatie kunt opgeven. U kunt u een invoer- en uitvoernotatie opgeven op basis van uw omzettingsvereisten.

De notaties zijn als volgt:

  • System Center 2012 Orchestrator-integratiepakketten voor System Center 2012 Components RC: jjjj-MM-ddTuu:mm:ss

  • System Center 2012-integratiepakketten voor pre-System Center 2012 Components RC: M/d/jjjj u:m:s tt

System Center 2012 – Operations Manager-integratiepakket

Filters ManagementGroup en ManagementGroupId

Beschrijving: de filters ManagementGroup en ManagementGroupId in de activiteiten Get Alert [Orch12_IP_SCOM12] en Monitor Alert [Orch12_IP_SCOM12] werken niet.

Tijdelijke oplossing: geen.

Zie ook

Orchestrator