Taken na de installatie van Service Provider Foundation
Gepubliceerd: maart 2016
Is van toepassing op: System Center 2012 SP1 - Orchestrator, System Center 2012 R2 Orchestrator
Neem na de installatie Webservices en verbindingen in Service Provider Foundation beheren door voor belangrijke informatie over webservices, referenties en verbindingen voor het gebruik van Service Provider Foundation.
Als beheerder voor een hostingprovider moet u enkele belangrijke taken uitvoeren na de installatie van Service Provider Foundation. U moet de Service Provider Foundation-database voldoende vullen om te beginnen met het beheren van tenants. Er zijn drie manieren om te beginnen:
Portaltoepassingen
Als u Service Provider Foundation hebt geïnstalleerd voor gebruik met Windows Azure Pack voor WindowsServer, kunt u het webservice-eindpunt voor Service Provider Foundation registreren en beginnen met het inrichten van virtuele-machineclouds en plannen voor tenants maken. Zie Register the Service Provider Foundation Endpoint for Virtual Machine Clouds voor meer informatie.
Als u Service Provider Foundation hebt geïnstalleerd voor gebruik met App Controller, kunt u verbinding met de hostingprovider maken. Zie Verbinding maken met een Provider voor hosten in System Center 2012 SP1 voor meer informatie.
Zie Portals in Service Provider Foundation voor gedetailleerde informatie over het gebruik van portals.
Service Provider Foundation-cmdlets
Deze Windows PowerShell-cmdlets zijn geschikt om administratieve taken efficiënt uit te voeren. Zie Service Provider Foundation cmdlet Reference (Verwijzingen voor Service Provider Foundation-cmdlets) voor meer informatie. Voer de volgende opdracht uit voor de meest recente hulp in de console.
PS C:\> update-help –module spfadmin
Programmatoepassingen die Service Provider Foundation-webservices verbruiken
De database vullen
Notitie
Als u Service Provider Foundation hebt geïnstalleerd voor gebruik met Windows Azure Pack voor WindowsServer, worden alle virtuele machines en clouds die zijn gedefinieerd in System Center 2012 R2 Virtual Machine Manager automatisch weergegeven op het tabblad VM Clouds in de management-portal voor beheerders. U hoeft Windows PowerShell niet te gebruiken om deze op te geven.
Hieronder volgt een voorbeeld van een algemene, eenvoudige procedure voor het vullen van de SCSPF-database met cmdlets:
PS C:\> # Create a server.
PS C:\> $server = New-SCSPFServer -Name "server23G.contoso.com" -ServerType VMM
PS C:\> # Create a stamp. A stamp is a logical container for a tenant's association with one or more servers.
PS C:\> $stamp = New-SCSPFStamp –Name "StampA" –Servers $server
PS C:\> # Create a tenant. A tenant is your paying customer or business unit.
PS C:\> $tenant = New-SCSPFTenant -Name "jonathan@treyresearch.net"
PS C:\> # Associate the stamp to the tenant. You can set the stamp to the tenant and also to a different server if needed.
PS C:\> Set-SCSPFStamp -Stamp $stamp -Tenants $tenant
Zie ook
Service Provider Foundation implementeren
Beheer van Service Provider Foundation
Overzicht van de architectuur van Service Provider Foundation
Integrating Service Management Portal and API with System Center 2012 SP1 (Service Management-portal en -API integreren met System Center 2012 SP1)