Share via


Strategieën voor bewaking van een nieuwe Java-toepassing

 

Hier worden een aantal scenario's en instellingen beschreven die u tijdens het ontwerpen kunt wijzigen zodat u de bewakingservaring en -gegevens krijgt die voor u het nuttigst zijn.

Een nieuwe toepassing bewaken die de beheerder nog niet goed kent

Het accepteren van de standaardwaarden kan een uitstekende manier zijn om te starten met de bewaking van een toepassing waarvan de beheerder weinig of geen kennis heeft. Nadat de toepassing enige tijd met alle standaardwaarden is bewaakt, kan de beheerder instellingen gaan aanpassen op basis van de bewakingswaarschuwingen, Application Diagnostics-gegevens en Application Advisor-rapporten. Zie Java-toepassingen bewaken voor meer informatie.

De bewaking beperken tot een specifieke set met servers

Als u een doelgroep definieert, kunt u de bewaking beperken tot een specifieke set servers. Voor zeer grote toepassingsimplementaties hoeft u meestal niet alle exemplaren van de toepassing te bewaken. Een representatieve steekproef is voldoende om de benodigde gegevens te verkrijgen. Als u alleen een representatieve steekproef gebruikt, blijft de hoeveelheid verzamelde en opgeslagen gegevens kleiner.

De 'ruis' verminderen door op te geven hoeveel gegevens moeten worden verzameld

Door de gevoeligheidsdrempelwaarde te verhogen, kunt u methoden die snel worden uitgevoerd wegfilteren. Hierdoor vermindert u de 'achtergrondruis' en zorgt u ervoor dat aanroepstacks minder diep gaan, waardoor u gemakkelijker kunt bepalen waar het probleem zich bevindt. Op deze manier wordt ook minder netwerkbandbreedte gebruikt.

De gevoeligheidsinstelling wordt gebruikt om te bepalen of een functieaanroep in de aanroepstack moet worden opgenomen. Alle functies waarvoor het uitvoeren en retourneren sneller gaat dan het gevoeligheidsniveau, worden genegeerd, zodat snel uitgevoerde functies het werkelijke probleem niet verbergen. De gevoeligheid reduceert alleen het aantal functies dat in de aanroepstack voor specifieke gebeurtenissen wordt weergegeven. Er wordt nog steeds een gebeurtenis gegenereerd als de algehele drempelwaarde wordt overschreden.

U kunt de gevoeligheidsdrempelwaarde in het configuratiebestand aanpassen zoals beschreven in de Management Pack Guide for Java Application Performance Monitoring.

Een hoge gevoeligheid kan ook problemen verbergen. In een situatie waarin een functie een andere functie aanroept, kunnen er problemen voor de toepassing ontstaan als de reactietijd van de aangeroepen functie ook maar enigszins langer wordt. Als u bijvoorbeeld een gegevensverwerkingsfunctie hebt die 1000 keer een opzoekfunctie aanroept en de verwerkingstijd van de opzoekfunctie 1 ms langer wordt, verhoogt u de reactietijd voor de functie van het hoogste niveau met een hele seconde. Dit kan door de hoge gevoeligheid worden gemaskeerd. Als u deze situatie aantreft, kunt u de aangeroepen functie toevoegen als een methode en er een aangepaste gevoeligheid voor instellen om ervoor te zorgen dat de functie altijd wordt gemeten op basis van de lagere gevoeligheidsdrempelwaarde.

Waarschuwingen over toepassingsfouten vertegenwoordigen toepassings- of codefouten die in de toepassing worden gedetecteerd. U kunt ervoor kiezen geen waarschuwingen over toepassingsfouten te ontvangen, die heel vaak kunnen voorkomen als een toepassing problemen heeft, omdat dit soort waarschuwingen vaak alleen kan worden opgelost door code aan te passen. Door deze waarschuwingen uit te schakelen, vermindert u de 'ruis' van veel waarschuwingen die niet direct door de teamleden die de waarschuwingen bewaken, kunnen worden opgelost.