Share via


Java-toepassingen bewaken

 

Wanneer u een nieuwe Java-toepassing leert kennen, gebruikt u Java Application Performance Monitoring om basislijnmetingen te verkrijgen voordat u de implementatie geleidelijk uitbreidt. Hier zijn enkele instellingen om mee te beginnen, die u kunnen helpen kennis te maken met uw nieuwe toepassing. Verder is het ideaal dat u begint te bewaken in een test- of ontwikkelingsomgeving.

Controle-instellingen voor een nieuwe toepassing

Het volgen van deze strategie voor het bewaken van een nieuwe Java-toepassing helpt u het gedrag van de toepassing binnen uw systeem en voor uw klant te leren kennen.

Bewaking starten met een eenvoudig bewaakt systeem en korte-termijninstellingen

Houd de configuratie in de eerste plaats eenvoudig: bewaak één toepassing op één server. In de tweede plaats moet u wanneer u Java Application Performance Monitoring voor het eerst configureert om een nieuwe toepassing te bewaken, de instellingen die u implementeert lang genoeg behouden om trends te kunnen waarnemen. Een hoeveelheid gegevens van een dag zou u inzicht moeten geven in de prestaties en gebruikspatronen van de toepassing.

Basislijnprestaties bepalen met standaardinstellingen en enkele specifieke instellingen

Over het algemeen kunt u het beste de standaardinstellingen behouden. De standaardinstellingen zorgen ervoor dat u eventuele grote problemen met de toepassing ziet, en houden de impact op de bewaakte toepassing tot een minimum beperkt.

Als er geen prestatie- of uitzonderingsgebeurtenissen optreden, kunt u de volgende stappen ondernemen om een idee te krijgen van hoe de basislijnprestaties eruitzien.

Bij het beginnen van de bewaking zou u de volgende instellingen kunnen aanpassen zoals hier aangeven:

  • Verlaag de drempelwaarden voor prestaties. Dit helpt u een maat vast te stellen voor de basislijnprestaties door te zien wat de huidige prestatiekenmerken van de toepassing zijn. Zie Bewaking configureren voor Java-toepassingen voor meer informatie over prestatiedrempels.

  • Bestudeer alle uitzonderingen. U moet weten welke soorten uitzonderingen optreden. Met behulp van bekende uitzonderingshandlers beperkt u de uitzonderingen die u ontvangt.

Dit kan een grote hoeveelheid gegevens opleveren (meer dan u zou willen voor lange-termijnbewaking), maar in het begin is deze hoeveelheid nuttig om trends te zien, zoals de soorten paden die klanten door het systeem volgen en hoe de normale prestaties eruitzien.

Wanneer de gegevensverzameling voltooid is, gebruikt u de Application Advisor-rapporten, zoals Toepassingsprestatieanalyse, om te kijken hoe de bewaakte toepassingen eruitzien. Met behulp van het rapport kunt u zien wat de gemiddeld duur is van de zwaarste (langst lopende) aanroepen via het systeem, evenals de maximale tijd die wordt besteed aan het verwerken van aanvragen. Hierdoor kunt u aangepaste slimme drempels instellen op basis van de werkelijke toepassingsprestaties. U ziet ook welke functies sneller worden uitgevoerd dan andere, en u kunt speciale webpagina-, webmethode- en functietransacties maken voor de kritieke methoden, zodat u ervoor kunt zorgen dat deze reageren onder een striktere SLA dan de toepassing als geheel. Raadpleeg voor meer informatie over het bekijken van rapporten de informatie over het bepalen van het bereik en het uitvoeren van een Application Advisor-rapport in Waarschuwingen prioriteren met Application Advisor.

Instellingen aanpassen en vergelijken met de basislijn

Nadat u een maat hebt vastgesteld voor de basislijnprestaties, begint u de instellingen aan te passen om de bewaking zo af te stemmen dat de soorten uitzonderingen die zich voordoen, worden ontdekt. Door alle uitzonderingen te rapporteren, kunt u zien of er standaarduitzonderlingshandlers in de toepassing aanwezig zijn die uitzonderingen opvangen waarover u liever waarschuwingen zou krijgen. De gegevens die u krijgt worden met elke aanpassing van grotere betekenis en lager in volume.

  • Verwijder de aangepaste instellingen en stel drempelwaarden in op basis van de verzamelde gegevens.

  • Voeg uitzonderingshandlers toe voor eventuele 'verzamel-'handlers die verhinderen dat uitzonderingen buiten de toepassing komen.

  • Voeg gespecialiseerde transacties to om de prestaties van veelgebruikte methoden te bewaken die aan een striktere SLA moeten worden gehouden dan de toepassing als geheel.

Vergelijk de nieuwe gegevens met de basislijn. Nu begint u bijvoorbeeld de werkelijke gemiddelde reactietijd te zien. Nu u weet wat de verschillende prestatie-uitzonderingen zijn die de toepassing verzendt, kunt u de specifieke naamruimten toevoegen die u wilt, in plaats van alle naamruimten te bewaken. Uw toepassing wordt geconfigureerd om te worden bewaakt op basis van de geobserveerde prestatieniveaus, en ontvangt een waarschuwing als er dingen buiten de normale niveaus terechtkomen.

De toepassing geleidelijk op meer bewaakte servers in uw systeem implementeren

Nadat u de toepassing een tijdje met de nieuwe bewakingsconfiguratie hebt bewaakt en u denkt dat de toepassing in orde is, verhoogt u het aantal servers waarop u de toepassing uitvoert bijvoorbeeld van een tot tien. Wanneer de toepassing op dat niveau goed draait, breidt u de implementatie en bewaking uit naar meer servers, enzovoort. Deze graduele invoeringsbenadering helpt u vertrouwen te krijgen in de bewaking voor die toepassing en helpt de goede werking van uw systeem te garanderen.

Wat de operator met deze informatie kan doen

Dankzij deze basisgegevens kan de operator een beter idee krijgen van waar het probleem met de toepassing of met de infrastructuur zich bevindt, en weten of het iets is dat alleen door het ontwikkelingsteam kan worden opgelost, of iets dat de operator direct zelf kan aanpakken.