Delen via


Werken met de Application Diagnostics-console

 

Gepubliceerd: maart 2016

Van toepassing op: System Center 2012 R2 Operations Manager, System Center 2012 - Operations Manager, System Center 2012 SP1 - Operations Manager

De console Application Diagnostics is een gebeurtenisbeheersysteem voor de bewaking van .NET-toepassingsprestaties in System Center 2012 – Operations Manager. U kunt de console Application Diagnostics gebruiken om geïmplementeerde .NET-toepassingen te bewaken op vertragingen, fouten en storingen en om onmiddellijk de bron van het probleem aan te wijzen.

De console Application Diagnostics

De console Application Diagnostics is de plek om te kijken naar de afzonderlijke prestatie- en betrouwbaarheidsgebeurtenissen die binnen uw omgeving optreden. U kunt kijken naar alle gebeurtenissen of deze indelen in probleemgroepen waarin gebeurtenissen die van dezelfde bronnen afkomstig zijn bij elkaar worden gegroepeerd om de problemen met de bewaakte toepassingen te markeren. U gebruikt de console Application Diagnostics om te kijken naar gebeurtenissen en de transactieketens die aan deze gebeurtenissen zijn gerelateerd om inzicht te krijgen in hoe de prestatie- en betrouwbaarheidsproblemen uw toepassingen beïnvloeden. De console Application Advisor voorziet in analytische en telemetrische informatie bij de gegevens die in Application Diagnostics worden gepresenteerd. Via de console Application Advisor krijgt u inzicht in welke gebeurtenissen de meeste problemen veroorzaken. Zie Waarschuwingen prioriteren met Application Advisor voor meer informatie over Application Advisor.

De console Application Diagnostics openen

  1. Application Diagnostics en Application Advisor worden bij de Operations Manager-webconsole geïnstalleerd. Om het webadres van de Operations Manager-webconsole te vinden, opent u de Operations-console. Klik in het navigatievenster op de knop Beheer, klik op Instellingen en dubbelklik vervolgens op Webadressen. De URL van de Operations Manager-webconsole wordt opgegeven als: http(s)://<webhost>/OperationsManager. In deze URL-notatie en met dezelfde webhost, zijn de koppelingen naar Application Advisor en Application Diagnostics:

    - Het adres van de Application Diagnostics-console is: http(s)://\<webhost\>/AppDiagnostics
    
    - Het adres van de Application Advisor-console is: http(s)://\<webhost\>/AppAdvisor
    

    Voeg de drie console-URL's toe aan de favorietenlijst van uw webbrowser om de toegang tot de consoles te vergemakkelijken.

    Als u Application Diagnostics wilt openen, plakt u de URL van Application Diagnostics in uw browser. Application Diagnostics wordt in het browservenster geopend.

    Notitie

    Als u Operations Manager op een server en niet een clientcomputer uitvoert, kunt u Application Diagnostics en Application Advisor starten vanuit het menu Start in Alle programma's.

    De toegang tot Application Diagnostics wordt geregeld via de rollen Toepassingsbewaking-operator, Rapportoperator en Administrator. U moet lid zijn van een van deze rollen om de console te mogen gebruiken. Zie Gebruikersrollen voor het bewaken van toepassingsprestaties voor meer informatie.

Gebeurtenissen per interessegebied weergeven

Application Diagnostics kent twee belangrijke gebeurtenistypen, gebeurtenissen die gerelateerd zijn aan toepassingsprestaties en gebeurtenissen die gerelateerd zijn aan toepassingsstoringen en -fouten. De storingen en fouten kunnen verder worden onderverdeeld in problemen met de connectiviteit, problemen met de beveiliging en problemen door systeemfouten. Systeemfouten worden doorgaans veroorzaakt door een probleem met de toepassingscode. In Application Diagnostics kunt u gebeurtenissen weergeven die op de volgende manieren zijn gegroepeerd:

  • Alle (alle gebeurtenissen worden weergegeven)

  • Toepassingsfouten (uitzonderingsgebeurtenissen worden weergegeven)

  • Prestaties (prestatiegebeurtenissen worden weergegeven)

Het type gebeurtenis selecteren dat u wilt weergeven

  1. Open Application Diagnostics en selecteer Gebeurtenissen in het navigatiedeelvenster.

  2. Gebruik het menu Zoeken naar om de gebeurteniscategorie te selecteren die u wilt weergeven.

Gebeurtenissen binnen interessegebieden groeperen

Het groeperen van toepassingsgebeurtenissen op gelijkenis is de beste manier om te bepalen of hetzelfde probleem al eerder is opgetreden en om zeker te stellen dat bronnen die verantwoordelijk zijn voor het oplossen van het probleem zo efficiënt mogelijk worden toegewezen.

Gebeurtenissen in interessegebieden groeperen

  1. Open Application Diagnostics en selecteer Gebeurtenissen in het navigatiedeelvenster.

  2. Gebruik het menu Zoeken naar om de gebeurteniscategorie te selecteren die u wilt weergeven.

  3. Selecteer in het menu Groeperen op de wijze waarop u de gebeurtenissen wilt groeperen.

Uw eerste selectie (Toepassingsfouten en Prestaties) beïnvloedt de groeperingsopties die u voor uw tweede selectie ziet.

Toepassingsfouten groeperen

  • Probleem Wat hiermee wordt weergegeven: Alle gebeurtenissen in deze groepering zijn afkomstig van hetzelfde beginpunt in de toepassing (bijvoorbeeld een methode of een webpagina) en hebben dezelfde aanroepstack. Waarde: Door gebeurtenissen te consolideren kunt u uw inspanningen om een probleem te corrigeren prioriteren op basis van het aantal gebeurtenissen in de groep.

  • Actie Wat hiermee wordt weergegeven: Op actie gebaseerde consolidatie categoriseert gebeurtenissen op basis van beginpunten, zoals pagina-aanroepen, klikken op knoppen, webserviceaanroepen of een andere actie die een bepaald proces vertegenwoordigt. Waarde: Deze groepering is van belang om te bepalen onder welke omstandigheden een storing optreedt.

  • Uitzonderingsklasse Wat hiermee wordt weergegeven: De uitzondering op het onderste niveau die door elke gebeurtenis wordt gegenereerd, is dezelfde. Waarde: Consolidatie op uitzonderingsklasse is een uitstekende manier om de belangrijkste codefouten op te sporen en het schrijven van betere code te bevorderen.

  • Mislukte functie Wat hiermee wordt weergegeven: De uitzondering is in dezelfde functie opgetreden voor elke gebeurtenis. Waarde: Deze groepering is nuttig omwille van twee redenen: Ten eerste kunt u hiermee gevallen identificeren waar een gedeelde functie onjuist wordt gebruikt. Ten tweede kunt u hiermee identificeren hoeveel toepassingen door een fout in een gedeelde functie worden getroffen.

  • Geen Met deze optie worden de gebeurtenissen niet gegroepeerd.

Prestatiegebeurtenissen groeperen

  • Probleem Wat hiermee wordt weergegeven: Alle gebeurtenissen in deze groepering hebben dezelfde aanroepstack. Waarde: Door gebeurtenissen te consolideren kunt u uw inspanningen om een probleem te corrigeren prioriteren op basis van het aantal gebeurtenissen in de groep.

  • Zwaarste bron Wat hiermee wordt weergegeven: Alle gebeurtenissen die door dezelfde bron worden getriggerd. Deze groepering is nuttig als u wilt bepalen welke gebeurtenissen de bijbehorende drempelwaarden vaker overschrijden dan andere bronnen.

  • Geen Met deze optie worden de gebeurtenissen niet gegroepeerd.

Voorbeeld: Toepassingsfouten groeperen op uitzonderingsklasse

Door te filteren op toepassingsfouten en uitzonderingsklasse kunt u snel weergeven welke soorten, of klassen, uitzonderingsgebeurtenissen het meest optreden.

Filter by application errors and exception class

Toepassingsfouten op uitzonderingsklasse groeperen

  1. Open Application Diagnostics en selecteer Gebeurtenissen in het navigatiedeelvenster.

  2. Selecteer Toepassingsfouten in het menu Zoeken naar in het navigatiedeelvenster.

  3. Selecteer Uitzonderingsklasse in het menu Groeperen op.

  4. Als u op aantal wilt sorteren, klikt u boven aan de kolom Aantal op Aantal. De uitzonderingsklassen die het meest zijn opgetreden, worden aflopend van hoogste aantal naar laagste aantal gesorteerd.

  5. Klik op het invoergegeven Uitzonderingsklasse als u het probleem nader wilt onderzoeken en de gebeurteniseigenschappen wilt openen. Zie Gebeurtenissen verwerken met Application Diagnostics voor meer informatie over werken met gebeurtenissen.

Voorbeeld: Toepassingsfouten op mislukte functie groeperen

Door te filteren op toepassingsfouten en mislukte functie kunt u snel weergeven welke functies het vaakst een storing vertonen. De functies waarbij het vaakst een storing optreedt, zijn de functies die u het eerste moet onderzoeken om de grootste verbetering in de betrouwbaarheid van uw toepassing te bewerkstelligen.

Filter by application errors and failed function

Toepassingsfouten op mislukte functie groeperen

  1. Selecteer Toepassingsfouten in het menu Zoeken naar in het navigatiedeelvenster.

  2. Selecteer Mislukte functie in het menu Groeperen op.

  3. Als u op aantal wilt sorteren, klikt u boven aan de kolom Aantal op Aantal. De functies waarbij het vaakst een storing is opgetreden worden aflopend van hoogste aantal naar laagste aantal gesorteerd.

  4. Klik op het invoergegeven Mislukte functie als u het probleem nader wilt onderzoeken en de gebeurteniseigenschappen wilt openen. Zie Gebeurtenissen verwerken met Application Diagnostics voor meer informatie over werken met gebeurtenissen.

Voorbeeld: Prestatiegebeurtenissen op zwaarste bron groeperen

Door op toepassingsfouten en uitzonderingsklasse te filteren, kunt u snel weergeven welke prestatiegebeurtenissen door dezelfde bronaanroep worden getriggerd. De prestatiegebeurtenissen die het vaakst door dezelfde bronaanroep worden getriggerd, zijn de gebeurtenissen die u het eerst moet onderzoeken om de grootste verbetering in de prestaties van uw toepassing te bewerkstelligen.

Filter by performance and heaviest resource

Prestatiegebeurtenissen op zwaarste bron groeperen

  1. Selecteer Prestaties in het menu Zoeken naar in het navigatiedeelvenster.

  2. Selecteer Zwaarste bron in het menu Groeperen op.

  3. Als u op aantal wilt sorteren, klikt u boven aan de kolom Aantal op Aantal. De uitzonderingsklassen die het meest zijn opgetreden, worden aflopend van hoogste aantal naar laagste aantal gesorteerd. U kunt ook op gemiddelde duur en maximale duur sorteren als u wilt zien of sommige gebeurtenissen die minder vaak optreden toch lange vertragingen veroorzaken en daarom uw aandacht zouden moeten krijgen.

  4. Klik op het invoergegeven Zwaarste bron als u het probleem nader wilt onderzoeken en de gebeurteniseigenschappen wilt openen. Zie Gebeurtenissen verwerken met Application Diagnostics voor meer informatie over werken met gebeurtenissen.